Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vanzelfsprekend:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor vanzelfsprekend:
    • for granted


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vanzelfsprekend (Nederlands) in het Engels

vanzelfsprekend:

vanzelfsprekend bijvoeglijk naamwoord

  1. vanzelfsprekend (uiteraard; natuurlijk; zonder twijfel; )
  2. vanzelfsprekend (automatisch)
    self-evident

Vertaal Matrix voor vanzelfsprekend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
self-evident automatisch; vanzelfsprekend
- natuurlijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparently 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel blijkbaar; kennelijk; ogenschijnlijk; schijnbaar; zo te zien
indeed 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel beslist; daadwerkelijk; echt; effectief; feitelijk; geheid; gewis; heus; jawel; jazeker; metterdaad; ongetwijfeld; reëel; stellig; tja; trouwens; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel; wel degelijk; weliswaar; welzeker; werkelijk; zeker; à propos
naturally 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel natuurlijk!; vanzelf!
obviously 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel blijkbaar; klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk
of course 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker
to be sure 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel echt; heus; inderdaad; jawel; jazeker; werkelijk
without doubt 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
- uiteraard; vanzelf
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
indeed inderdaad; ja
of course ja hoor; natuurlijk!

Verwante woorden van "vanzelfsprekend":

  • vanzelfsprekendheid, vanzelfsprekende

Synoniemen voor "vanzelfsprekend":


Verwante definities voor "vanzelfsprekend":

  1. wat iedereen zo begrijpt1
    • vanzelfsprekend neem ik een cadeautje voor je mee1

Wiktionary: vanzelfsprekend

vanzelfsprekend
adverb
  1. iets dat geen verdere uitleg nodig heeft
vanzelfsprekend
adverb
  1. in an obvious manner; clearly apparent
  2. surely
adjective
  1. evident without proof or argument
  2. obviously true

Cross Translation:
FromToVia
vanzelfsprekend surely; certainly gewissadverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit
vanzelfsprekend normal natürlich — im Sinne von selbstverständlich, klar
vanzelfsprekend natural selbstverständlich — ohne Weiteres verständlich, sich aus dem Zusammenhang ergebend
vanzelfsprekend evident; obvious; clear; definite; demonstrable; patent; apparent évident — Dont le sens s’impose naturellement à l’esprit, qui a le caractère de l’évidence.