Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vatbaarheid:
  2. vatbaar:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vatbaarheid (Nederlands) in het Engels

vatbaarheid:

vatbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de vatbaarheid (gevoeligheid; zwakte)
    the impressionability

Vertaal Matrix voor vatbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impressionability gevoeligheid; vatbaarheid; zwakte

Verwante woorden van "vatbaarheid":


Wiktionary: vatbaarheid

vatbaarheid
noun
  1. the condition of being susceptible

vatbaarheid vorm van vatbaar:

vatbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. vatbaar (gevoelig; teergevoelig)
    susceptible
  2. vatbaar (ontvankelijk; openstaand)
    accessible

Vertaal Matrix voor vatbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accessible ontvankelijk; openstaand; vatbaar begaanbaar; benaderbaar; bereikbaar; genaakbaar; open; toegankelijk
susceptible gevoelig; teergevoelig; vatbaar fijngevoelig; fijnzinnig; teerbesnaard; teergevoelig

Verwante woorden van "vatbaar":


Wiktionary: vatbaar

vatbaar
adjective
  1. likely to be affected by
  2. especially sensitive