Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verdoemde:
  2. verdoemen:
  3. Wiktionary:
    • verdoemen → drat


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdoemde (Nederlands) in het Engels

verdoemde:

verdoemde [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de verdoemde (veroordeelde; gevangene; tuchthuisboef; gestrafte; verwezene)
    the convict; the condemned person; the jail-bird; the criminal

Vertaal Matrix voor verdoemde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
condemned person gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene
convict gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene dwangarbeider; gedetineerde; gevangene
criminal gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene crimineel; delinquent; misdadiger
jail-bird gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
convict veroordelen; vonnis uitspreken; vonnissen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
criminal crimineel; criminele; misdadig; strafrechterlijke; wederrechtelijke

verdoemde vorm van verdoemen:

verdoemen werkwoord (verdoem, verdoemt, verdoemde, verdoemden, verdoemd)

  1. verdoemen (vervloeken; verwensen)
    to curse; to damn
    • curse werkwoord (curses, cursed, cursing)
    • damn werkwoord (damns, damned, damning)
  2. verdoemen (veroordelen tot de hel)
    to condemn
    • condemn werkwoord (condemns, condemned, condemning)

Conjugations for verdoemen:

o.t.t.
  1. verdoem
  2. verdoemt
  3. verdoemt
  4. verdoemen
  5. verdoemen
  6. verdoemen
o.v.t.
  1. verdoemde
  2. verdoemde
  3. verdoemde
  4. verdoemden
  5. verdoemden
  6. verdoemden
v.t.t.
  1. heb verdoemd
  2. hebt verdoemd
  3. heeft verdoemd
  4. hebben verdoemd
  5. hebben verdoemd
  6. hebben verdoemd
v.v.t.
  1. had verdoemd
  2. had verdoemd
  3. had verdoemd
  4. hadden verdoemd
  5. hadden verdoemd
  6. hadden verdoemd
o.t.t.t.
  1. zal verdoemen
  2. zult verdoemen
  3. zal verdoemen
  4. zullen verdoemen
  5. zullen verdoemen
  6. zullen verdoemen
o.v.t.t.
  1. zou verdoemen
  2. zou verdoemen
  3. zou verdoemen
  4. zouden verdoemen
  5. zouden verdoemen
  6. zouden verdoemen
diversen
  1. verdoem!
  2. verdoemt!
  3. verdoemd
  4. verdoemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdoemen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
curse banvloek; vertikking; vervloeking; verwensing; vloek
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
condemn verdoemen; veroordelen tot de hel afkeuren; berechten; ongeschikt verklaren; veroordelen; vervolgen; vonnissen
curse verdoemen; vervloeken; verwensen ketteren; vloeken
damn verdoemen; vervloeken; verwensen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
damn godverdomme
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
damn verdikkeme; verdomd

Wiktionary: verdoemen

verdoemen
verb
  1. to damn or curse