Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. woedend:
  2. woeden:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor woedend:
    • outraged


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor woedend (Nederlands) in het Engels

woedend:

woedend bijvoeglijk naamwoord

  1. woedend (kwaad; boos; furieus; )
    furious; mad; upset; annoyed; enraged; raging; fierce; infuriated; irate
  2. woedend (zeer boos; kwaad; giftig; bitter; nijdig)
    furious; blazing; angry; bitter; virulent; fiery; indignant; glaring; sharp

Vertaal Matrix voor woedend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mad achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
upset schrik; verbijstering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
upset bederven; dwarsbomen; dwarsliggen; in de war sturen; nekken; omduwen; omstoten; omverstoten; ontstemmen; ruïneren; tegenwerken; verstoren; vertoornen; verzieken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angry bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos boos; furieus; gebelgd; gekwetst; giftig; kwaad; misnoegd; nijdig; ontstoken; razend; spinnijdig; toornig; verbolgen; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woest; ziedend
annoyed boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest gebelgd; gekwetst; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; misnoegd; verontwaardigd; verstoord
blazing bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos brandend; vlammend
enraged boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest boos; furieus; gebelgd; gekwetst; giftig; kwaad; misnoegd; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; verbolgen; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woest; ziedend
fierce boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest bitter teleurgesteld; erg; fel; felle; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; intens; intensief; kokend; krachtig; onbeheerst; onstuimig; stormachtig; temperamentvol; verbitterd; verwoed; vurig; warmbloedig; ziedend
fiery bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos brandbaar; heetbloedig; heethoofdig; ontbrandbaar; ontvlambaar; verhit; vurig
furious bitter; boos; dol; furieus; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest; zeer boos heftig; naarstig; onbeheerst; onstuimig; verwoed
glaring bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos fel verlicht; hel
indignant bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord
infuriated boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest
irate boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest boos; erg boos; furieus; gebelgd; gekwetst; kwaad; misnoegd; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woest; ziedend
mad boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest achterlijk; dwaas; eigenaardig; geestesziek; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; naarstig; niet goed snik; stupide; typisch; verwoed; vreemd; waanzinnig; zot
raging boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest
upset boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest gebelgd; gekwetst; geschokt; getroffen; misnoegd; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; overstuur; paf; perplex; van streek; verontwaardigd; verschrikt; verstoord
virulent bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos boos; gebelgd; giftig; kwaad; kwaadaardig; nijdig; venijnig; verbolgen; vertoornd
- razend; woest
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitter bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos bitter; bitter van smaak; bitterachtig; galachtig; zuur
sharp bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos achterbaks; adrem; bijdehand; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; intelligent; kien; leep; listig; messcherp; op afgebeten toon; pienter; puntig; raak; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; schrander; schril; slim; slinks; sluw; snedig; snijdend; snood; snugger; spits; spitsig; spitsvormig; stiekem; toegespitst; uitgekookt; uitgeslapen; vlijmend; vlijmscherp

Verwante woorden van "woedend":

  • woedender, woedendere, woedendst, woedendste

Synoniemen voor "woedend":


Verwante definities voor "woedend":

  1. heel erg kwaad1
    • hij werd woedend op de jongen die hem uitschold1

Wiktionary: woedend

woedend
adjective
  1. bijzonder boos

Cross Translation:
FromToVia
woedend angry wütend — sich in einem Zustand der Wut befindend, einen erregten Gemütszustand habend
woedend furious; wrathful; ferocious; frenetic; frenzied; wild furieux — Qui est en fureur ; qui est en furie.

woedend vorm van woeden:

woeden werkwoord (woed, woedt, woedde, woedden, gewoed)

  1. woeden (razen; tekeergaan)
    to rage; to storm; to thunder
    • rage werkwoord (rages, raging)
    • storm werkwoord (storms, stormed, storming)
    • thunder werkwoord (thunders, thundered, thundering)

Conjugations for woeden:

o.t.t.
  1. woed
  2. woedt
  3. woedt
  4. woeden
  5. woeden
  6. woeden
o.v.t.
  1. woedde
  2. woedde
  3. woedde
  4. woedden
  5. woedden
  6. woedden
v.t.t.
  1. heb gewoed
  2. hebt gewoed
  3. heeft gewoed
  4. hebben gewoed
  5. hebben gewoed
  6. hebben gewoed
v.v.t.
  1. had gewoed
  2. had gewoed
  3. had gewoed
  4. hadden gewoed
  5. hadden gewoed
  6. hadden gewoed
o.t.t.t.
  1. zal woeden
  2. zult woeden
  3. zal woeden
  4. zullen woeden
  5. zullen woeden
  6. zullen woeden
o.v.t.t.
  1. zou woeden
  2. zou woeden
  3. zou woeden
  4. zouden woeden
  5. zouden woeden
  6. zouden woeden
diversen
  1. woed!
  2. woedt!
  3. gewoed
  4. woedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor woeden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rage dolheid; furie; giftigheid; kwaadheid; manie; pathologische opgewondenheid; rage; razernij; toorn; verbolgenheid; woede
storm hevige wind; hondenweer; noodweer; stormwind; wind
thunder donder; donderslagen; gedonder
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rage razen; tekeergaan; woeden blaffen; brullen; bulderen; daveren; donderen; fulmineren; ketteren; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren; vuilbekken
storm razen; tekeergaan; woeden aanvallen; attaqueren; belegeren; bestormen; donderen; fulmineren; haasten; jachten; ketteren; overvallen; razen; spoeden; stormlopen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; tot spoed aanzetten; uit de slof schieten; uitvaren
thunder razen; tekeergaan; woeden daveren; denderen; donderen; dreunen; flitsen; fulmineren; lichten; onweren; oplichten; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren

Wiktionary: woeden

woeden
verb
  1. met veel geweld gaande zijn van een natuurverschijnsel
  2. hevig bezig zijn (van een discussie, conflict, strijd)
woeden
verb
  1. anger, fret
  2. act in an angry manner

Verwante vertalingen van woedend