Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wrikken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wrikken (Nederlands) in het Engels

wrikken:

wrikken werkwoord (wrik, wrikt, wrikte, wrikten, gewrikt)

  1. wrikken (wriggelen)
    to wrench; to lever
    • wrench werkwoord (wrenches, wrenched, wrenching)
    • lever werkwoord (levers, levered, levering)
  2. wrikken
    to wrench
    • wrench werkwoord (wrenches, wrenched, wrenching)

Conjugations for wrikken:

o.t.t.
  1. wrik
  2. wrikt
  3. wrikt
  4. wrikken
  5. wrikken
  6. wrikken
o.v.t.
  1. wrikte
  2. wrikte
  3. wrikte
  4. wrikten
  5. wrikten
  6. wrikten
v.t.t.
  1. heb gewrikt
  2. hebt gewrikt
  3. heeft gewrikt
  4. hebben gewrikt
  5. hebben gewrikt
  6. hebben gewrikt
v.v.t.
  1. had gewrikt
  2. had gewrikt
  3. had gewrikt
  4. hadden gewrikt
  5. hadden gewrikt
  6. hadden gewrikt
o.t.t.t.
  1. zal wrikken
  2. zult wrikken
  3. zal wrikken
  4. zullen wrikken
  5. zullen wrikken
  6. zullen wrikken
o.v.t.t.
  1. zou wrikken
  2. zou wrikken
  3. zou wrikken
  4. zouden wrikken
  5. zouden wrikken
  6. zouden wrikken
diversen
  1. wrik!
  2. wrikt!
  3. gewrikt
  4. wrikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wrikken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lever breekijzer; dommekracht; handspaak; hefboom; hijsarm; kaapstanderpaal; koevoet; lichter
wrench sleutel; tool
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lever wriggelen; wrikken vijzelen
wrench wriggelen; wrikken ontwrichten; uitwringen; verstuiken; verzwikken; wringen; zich wringen; zwikken

Wiktionary: wrikken

wrikken
verb
  1. to move with a lever; to force up or open; to pry
  2. use leverage to open or widen