Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zakenpartner:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zakenpartner (Nederlands) in het Engels

zakenpartner:

zakenpartner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zakenpartner (partner; vennoot; compagnon; deelgenoot; medefirmant)
    the business relation; the business contact

Vertaal Matrix voor zakenpartner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
business contact compagnon; deelgenoot; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner contactpersoon
business relation compagnon; deelgenoot; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner

Verwante woorden van "zakenpartner":

  • zakenpartners