Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zwakker worden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwakker worden (Nederlands) in het Engels

zwakker worden:

zwakker worden werkwoord

  1. zwakker worden (verzwakken; uitputten; verslappen; aan kracht inboeten; zwak worden)
    dilute
    – lessen the strength or flavor of a solution or mixture 1
    to abate
    – become less in amount or intensity 1
    • abate werkwoord (abates, abated, abating)
      • The storm abated1
    to weaken
    – become weaker 1
    • weaken werkwoord (weakens, weakened, weakening)
      • The prisoner's resistance weakened after seven days1
    adulterate; to lessen; to become weak; lose strength
    to enervate
    – weaken mentally or morally 1
    • enervate werkwoord (enervates, enervated, enervating)
    to enfeeble
    – make weak 1
    • enfeeble werkwoord (enfeebles, enfeebled, enfeebling)

Vertaal Matrix voor zwakker worden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abate aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
adulterate aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aanlengen; verdunnen; versnijden; verwateren
become weak aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
dilute aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aanlengen; verdunnen; versnijden; verwateren
enervate aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
enfeeble aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
lessen aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden afnemen; beperken; inkrimpen; inperken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkorten; verlagen; verminderen
lose strength aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
weaken aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aftakelen; verflauwen; verslappen; verweken; verzwakken; week worden; wegglijden

Verwante vertalingen van zwakker worden