Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. doorsteken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doorsteken (Nederlands) in het Engels

doorsteken:

doorsteken werkwoord (steek door, steekt door, stak door, staken door, doorgestoken)

  1. doorsteken (erdoor steken)
    stab; to pierce through; to run through; to stab through
    • stab werkwoord
    • pierce through werkwoord (pierces through, pierced through, piercing through)
    • run through werkwoord (runs through, ran through, running through)
    • stab through werkwoord (stabs through, stabbed through, stabbing through)

Conjugations for doorsteken:

o.t.t.
  1. steek door
  2. steekt door
  3. steekt door
  4. steken door
  5. steken door
  6. steken door
o.v.t.
  1. stak door
  2. stak door
  3. stak door
  4. staken door
  5. staken door
  6. staken door
v.t.t.
  1. heb doorgestoken
  2. hebt doorgestoken
  3. heeft doorgestoken
  4. hebben doorgestoken
  5. hebben doorgestoken
  6. hebben doorgestoken
v.v.t.
  1. had doorgestoken
  2. had doorgestoken
  3. had doorgestoken
  4. hadden doorgestoken
  5. hadden doorgestoken
  6. hadden doorgestoken
o.t.t.t.
  1. zal doorsteken
  2. zult doorsteken
  3. zal doorsteken
  4. zullen doorsteken
  5. zullen doorsteken
  6. zullen doorsteken
o.v.t.t.
  1. zou doorsteken
  2. zou doorsteken
  3. zou doorsteken
  4. zouden doorsteken
  5. zouden doorsteken
  6. zouden doorsteken
en verder
  1. ben doorgestoken
  2. bent doorgestoken
  3. is doorgestoken
  4. zijn doorgestoken
  5. zijn doorgestoken
  6. zijn doorgestoken
diversen
  1. steek door!
  2. steekt door!
  3. doorgestoken
  4. doorstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doorsteken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stab messteek; steek
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pierce through doorsteken; erdoor steken doorboren; gaatjes maken in; perforeren
run through doorsteken; erdoor steken doorstromen
stab doorsteken; erdoor steken doodsteken; neersteken; overhoop steken; overhoopsteken
stab through doorsteken; erdoor steken

Wiktionary: doorsteken

doorsteken
verb
  1. afsnijden
  2. in / door een opening heen doen
  3. met een lang voorwerp door een buis gaan met als doel deze open te maken
  4. met een stekende beweging een gat maken
  5. geheel doorboren met een scherp hulpmiddel