Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aanduwen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanduwen (Nederlands) in het Spaans

aanduwen:

aanduwen werkwoord (duw aan, duwt aan, duwde aan, duwden aan, aangeduwd)

  1. aanduwen
    empujar

Conjugations for aanduwen:

o.t.t.
  1. duw aan
  2. duwt aan
  3. duwt aan
  4. duwen aan
  5. duwen aan
  6. duwen aan
o.v.t.
  1. duwde aan
  2. duwde aan
  3. duwde aan
  4. duwden aan
  5. duwden aan
  6. duwden aan
v.t.t.
  1. heb aangeduwd
  2. hebt aangeduwd
  3. heeft aangeduwd
  4. hebben aangeduwd
  5. hebben aangeduwd
  6. hebben aangeduwd
v.v.t.
  1. had aangeduwd
  2. had aangeduwd
  3. had aangeduwd
  4. hadden aangeduwd
  5. hadden aangeduwd
  6. hadden aangeduwd
o.t.t.t.
  1. zal aanduwen
  2. zult aanduwen
  3. zal aanduwen
  4. zullen aanduwen
  5. zullen aanduwen
  6. zullen aanduwen
o.v.t.t.
  1. zou aanduwen
  2. zou aanduwen
  3. zou aanduwen
  4. zouden aanduwen
  5. zouden aanduwen
  6. zouden aanduwen
diversen
  1. duw aan!
  2. duwt aan!
  3. aangeduwd
  4. aanduwende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanduwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
empujar aanstoten; porren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
empujar aanduwen aanjagen; aansporen; aanzetten; aanzwiepen; doordouwen; doorzetten; dringen; duwen; een por geven; iemand van de plaats dringen; indrukken; induwen; motiveren; opdrijven; opduwen; opendrukken; openstoten; opjutten; opzwepen; porren; sterk prikkelen; stoten; verdringen; voortbewegen; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; vooruitduwen; wegjagen

Wiktionary: aanduwen

aanduwen
verb
  1. vaster duwen
  2. verplaatsen door te duwen

Cross Translation:
FromToVia
aanduwen empujar; acuciar; arrear; impeler pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.