Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aanhalen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanhalen (Nederlands) in het Spaans

aanhalen:

aanhalen werkwoord (haal aan, haalt aan, haalde aan, haalden aan, aangehaald)

  1. aanhalen (citeren)
    citar
  2. aanhalen (verscherpen)
    agudizar; agudizarse

Conjugations for aanhalen:

o.t.t.
  1. haal aan
  2. haalt aan
  3. haalt aan
  4. halen aan
  5. halen aan
  6. halen aan
o.v.t.
  1. haalde aan
  2. haalde aan
  3. haalde aan
  4. haalden aan
  5. haalden aan
  6. haalden aan
v.t.t.
  1. heb aangehaald
  2. hebt aangehaald
  3. heeft aangehaald
  4. hebben aangehaald
  5. hebben aangehaald
  6. hebben aangehaald
v.v.t.
  1. had aangehaald
  2. had aangehaald
  3. had aangehaald
  4. hadden aangehaald
  5. hadden aangehaald
  6. hadden aangehaald
o.t.t.t.
  1. zal aanhalen
  2. zult aanhalen
  3. zal aanhalen
  4. zullen aanhalen
  5. zullen aanhalen
  6. zullen aanhalen
o.v.t.t.
  1. zou aanhalen
  2. zou aanhalen
  3. zou aanhalen
  4. zouden aanhalen
  5. zouden aanhalen
  6. zouden aanhalen
diversen
  1. haal aan!
  2. haalt aan!
  3. aangehaald
  4. aanhalende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanhalen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanhalen (streling; liefkozing; vleien; )
    la caricia
    • caricia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanhalen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caricia aai; aaiing; aanhalen; aanhaling; gestreel; liefkozing; streling; vleien geknuffel; liefkozing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agudizar aanhalen; verscherpen aanscherpen; aanspitsen
agudizarse aanhalen; verscherpen verergeren
citar aanhalen; citeren afspreken; dagvaarden; erbij zeggen; iets overeenkomen; noemen; ontbieden; opnoemen; oproepen; opsommen; sommeren; vermelden

Wiktionary: aanhalen

aanhalen
verb
  1. eigen of andermans woorden citeren
  2. hechter maken

Cross Translation:
FromToVia
aanhalen acariciar; hacer caricias; papachar liebkosenstreicheln, zu jemanden zärtlich sein
aanhalen citar quote — to refer to a statement that has been made by someone else
aanhalen atraer; cautivar attirertirer, faire venir à soi.
aanhalen solicitar; suplicar; atraer; seducir; cautivar solliciterinciter ou exciter à faire quelque chose.