Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aanspreekbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanspreekbaar (Nederlands) in het Spaans

aanspreekbaar:

aanspreekbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. aanspreekbaar (toegankelijk; toeschietelijk; benaderbaar; genaakbaar)
    accesible

Vertaal Matrix voor aanspreekbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accesible aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk begaanbaar; benaderbaar; bereikbaar; genaakbaar; open; toegankelijk

Verwante woorden van "aanspreekbaar":

  • aanspreekbaarheid, aanspreekbare

Wiktionary: aanspreekbaar


Cross Translation:
FromToVia
aanspreekbaar módico; abordable; accesible abordable — rare|fr Qu’on peut aborder.