Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gezaghebbend:
  2. gezag hebben:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gezaghebbend (Nederlands) in het Spaans

gezaghebbend:

gezaghebbend bijvoeglijk naamwoord

  1. gezaghebbend (met gezag bekleed)
    influyente; de prestigio; de autoridad
  2. gezaghebbend (vooraanstaande; toonaangevend; dominant; maatgevend)
    destacado; prominente; eminente; de autoridad

Vertaal Matrix voor gezaghebbend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eminente uitnemendheid; voortreffelijkheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de autoridad dominant; gezaghebbend; maatgevend; met gezag bekleed; toonaangevend; vooraanstaande
de prestigio gezaghebbend; met gezag bekleed
destacado dominant; gezaghebbend; maatgevend; toonaangevend; vooraanstaande aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; beter dan de rest; betoverend; chic; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; frappant; geacht; gedistingeerd; geprononceerd; geraffineerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; hoogverheven; illuster; in het oog lopend; in het oog springend; intelligent; leidend; luisterrijk; magnifiek; markant; modieuze verfijning; noemenswaardig; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; pienter; plechtig; plechtstatig; prachtig; prominent; royaal; saillant; schitterend; schrander; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; treffend; uitblinkend; uitgesproken; verfijnd; verheven; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; vooraan; vooraanstaand; vooraanstaande; voorin; voornaam; voorop; vorstelijk; waardig; zeer plechtig
eminente dominant; gezaghebbend; maatgevend; toonaangevend; vooraanstaande befaamd; eersteklas; eersterangs; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; klasse; prominent; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
influyente gezaghebbend; met gezag bekleed gezichtsbepalend; invloedrijk; toonaangevend; vooraanstaand
prominente dominant; gezaghebbend; maatgevend; toonaangevend; vooraanstaande befaamd; geacht; gezichtsbepalend; hooggeplaatst; hooggezeten; invloedrijk; prominent; toonaangevend; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam

Verwante woorden van "gezaghebbend":

  • gezaghebbendheid, gezaghebbende

Wiktionary: gezaghebbend


Cross Translation:
FromToVia
gezaghebbend autoritario autoritaire — Associé à une personne qui user ou montrer de l’autorité.

gezaghebbend vorm van gezag hebben:

gezag hebben werkwoord (heb gezag, hebt gezag, heeft gezag, had gezag, hadden gezag, gezag gehad)

  1. gezag hebben

Conjugations for gezag hebben:

o.t.t.
  1. heb gezag
  2. hebt gezag
  3. heeft gezag
  4. hebben gezag
  5. hebben gezag
  6. hebben gezag
o.v.t.
  1. had gezag
  2. had gezag
  3. had gezag
  4. hadden gezag
  5. hadden gezag
  6. hadden gezag
v.t.t.
  1. heb gezag gehad
  2. hebt gezag gehad
  3. heeft gezag gehad
  4. hebben gezag gehad
  5. hebben gezag gehad
  6. hebben gezag gehad
v.v.t.
  1. had gezag gehad
  2. had gezag gehad
  3. had gezag gehad
  4. hadden gezag gehad
  5. hadden gezag gehad
  6. hadden gezag gehad
o.t.t.t.
  1. zal gezag hebben
  2. zult gezag hebben
  3. zal gezag hebben
  4. zullen gezag hebben
  5. zullen gezag hebben
  6. zullen gezag hebben
o.v.t.t.
  1. zou gezag hebben
  2. zou gezag hebben
  3. zou gezag hebben
  4. zouden gezag hebben
  5. zouden gezag hebben
  6. zouden gezag hebben
diversen
  1. heb gezag!
  2. hebt gezag!
  3. gezag gehad
  4. gezaghebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gezag hebben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tener autoridad gezag hebben