Nederlands

Uitgebreide vertaling voor idee (Nederlands) in het Spaans

idee:

idee [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de idee (denkbeeld; gedachte; mentale voorstelling)
    la idea; el pensamiento; el concepto; la opinión; la ocurrencia; la noción; el parecer
  2. de idee (gedachte; denkbeeld)
    el pensamiento; el punto de vista; la idea; el concepto; la noción; la opinión
  3. de idee (zienswijze; gezichtspunt; opvatting; )
    el juicio; la interpretación; la opinión; el pensamiento; el aspecto; el concepto; la concepción; la visión; el punto de vista; el modo de ver; la manera de pensar; la idea
  4. de idee (inzicht)
    la opinión; la idea
    • opinión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • idea [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor idee:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspecto denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze aanblik; aangezicht; aanzicht; aanzien; aspect; buitenkant; facet; gedaante; gelaat; gezicht; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; kijk; oogpunt; opzicht; panorama; perspectief; prospect; standpunt; type; uiterlijk; uitzicht; vergezicht; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; vue; zicht; zienswijs
concepción denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze verwekking; voortbrenging
concepto denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; mentale voorstelling; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze begrip; conceptie; denkbeeld; gezindheid; mening; notie; opinie; overtuiging; vaststaande mening
idea denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; mentale voorstelling; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze bedoeling; beduidenis; beduiding; begrip; benul; besef; betekenis; bewustzijn; doorzicht; fantasie; gezindheid; intelligentie; inzicht; mening; mentale voorstelling; notie; opinie; overtuiging; overval; pienterheid; schranderheid; slimheid; vaststaande mening; verbeelding
interpretación denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze beschouwing; duiding; interpretatie; inzicht; lezing; opheldering; toelichting; tolken; uitbeelding; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklarende uitleg; verklaring; verpersonificatie; versie; vertaling; vertolking; visie
juicio denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze articulatie; beoordeling; denkvermogen; geding; geestvermogen; gerechtszitting; gezindheid; het uitspreken; inleiding; intellect; introductie; meningsuiting; oordeel; oordeelvelling; overtuiging; procedure; proces; proloog; rechtsgeding; rechtszaak; rede; uitspraak; vaststaande mening; verstand; verstandelijk vermogen; vonnis; vonnisspreking; voorbericht; voorwoord
manera de pensar denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze denkrichting; denktrant; denkwijze; gedachtewereld; ideeënwereld; manier van denken
modo de ver denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze beschouwing; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; inzicht; manier van kijken; mening; meningsuiting; oogpunt; oordeel; opinie; overtuiging; perspectief; standpunt; visie; zienswijs
noción denkbeeld; gedachte; idee; mentale voorstelling begrip; benul; besef; bewustzijn; brein; conceptie; denkbeeld; doorzicht; gezindheid; hersens; intelligentie; inzicht; mening; mentale voorstelling; naam; notie; opinie; overtuiging; rede; sjoege; term; vaststaande mening; verstand
ocurrencia denkbeeld; gedachte; idee; mentale voorstelling canard; grap; grol; inspiratie; kwinkslag; scherts
opinión denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; mentale voorstelling; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze aanhaling; adviesraad; articulatie; begrip; benul; beschouwing; bewustzijn; brein; citaat; denkbeeld; doorzicht; dunk; ellips; gezindheid; het uitspreken; inzicht; kijk; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oordeel; oordeelvelling; opinie; opvatting; overtuiging; quote; raad; rede; uitlating; uitspraak; vaststaande mening; verstand; visie; vonnis; zienswijze
parecer denkbeeld; gedachte; idee; mentale voorstelling denkbeeld; gezindheid; kijk; mening; meningsuiting; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; vaststaande mening; visie; zienswijze
pensamiento denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; mentale voorstelling; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze
punto de vista denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze begrip; benul; beschouwing; denkbeeld; gezichtshoek; gezichtspunt; gezindheid; invalshoek; inzicht; kijk; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oogpunt; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; perspectief; standpunt; vaststaande mening; visie; zienswijs; zienswijze
visión denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze benadering; benaderingswijze; beschouwing; droomgezicht; fata morgana; gedaante; geest; geestverschijning; gezichtsbedrog; gezichtsbeeld; gezichtsvermogen; invalshoek; inzicht; luchtspiegeling; openbare publicatie; optiek; publicatie; publikatie; schim; spook; spookverschijning; uitgave; uitgifte; verschijning; visie
- vermoeden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
parecer aanbieden; corresponderen; de schijn van iets hebben; dunken; er uitzien; eruit zien; laten zien; lijken; offreren; ogen; overeenkomen; overeenstemmen; presenteren; schijnen; stroken; toeschijnen; tonen; voorleggen

Verwante woorden van "idee":

  • idees, ideetje, ideetjes

Synoniemen voor "idee":


Verwante definities voor "idee":

  1. plotselinge gedachte die bij je opkomt1
    • opeens kreeg ik een idee om haar te verrassen1
  2. wat je ergens over denkt1
    • in het buitenland studeren, dat lijkt me een goed idee1

Wiktionary: idee


Cross Translation:
FromToVia
idee bodeguero; invención brainchild — creation
idee idea idea — image formed in the mind
idee pensamiento thought — form created in the mind
idee idea Gedankeim engeren Sinne: eine Idee, Erkenntnis
idee idea Idee — meistens plötzlich auftretender Gedanke, der Erfolg bei etwas verspricht
idee idea idée — Façon de faire, plus ou moins originale, qu’un individu ou un groupe d’individus imagine dans le domaine de la connaissance, de l’action ou de la création artistique.

Verwante vertalingen van idee



Spaans

Uitgebreide vertaling voor idee (Spaans) in het Nederlands

idear:

idear werkwoord

  1. idear (imaginar; inventar; apretar; )
    bedenken; verzinnen; uitdenken; verdichten; fantaseren; voorwenden
    • bedenken werkwoord (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • verzinnen werkwoord (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • uitdenken werkwoord (denk uit, denkt uit, dacht uit, dachten uit, uitgedacht)
    • verdichten werkwoord (verdicht, verdichtte, verdichtten, verdicht)
    • fantaseren werkwoord (fantaseer, fantaseert, fantaseerde, fantaseerden, gefantaseerd)
    • voorwenden werkwoord (wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)
  2. idear (reflexionar; pensar; considerar; )
    beschouwen; nadenken; overdenken; overpeinzen; bedenken; bespiegelen; peinzen
    • beschouwen werkwoord (beschouw, beschouwt, beschouwde, beschouwden, beschouwd)
    • nadenken werkwoord (denk na, denkt na, dacht na, dachten na, nagedacht)
    • overdenken werkwoord (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
    • overpeinzen werkwoord (overpeins, overpeinst, overpeinsde, overpeinsden, overpeinsd)
    • bedenken werkwoord (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • bespiegelen werkwoord (bespiegel, bespiegelt, bespiegelde, bespiegelden, bespiegeld)
    • peinzen werkwoord (peins, peinst, peinsde, peinsden, gepeinsd)

Conjugations for idear:

presente
  1. ideo
  2. ideas
  3. idea
  4. ideamos
  5. ideáis
  6. idean
imperfecto
  1. ideaba
  2. ideabas
  3. ideaba
  4. ideábamos
  5. ideabais
  6. ideaban
indefinido
  1. ideé
  2. ideaste
  3. ideó
  4. ideamos
  5. ideasteis
  6. idearon
fut. de ind.
  1. idearé
  2. idearás
  3. ideará
  4. idearemos
  5. idearéis
  6. idearán
condic.
  1. idearía
  2. idearías
  3. idearía
  4. idearíamos
  5. idearíais
  6. idearían
pres. de subj.
  1. que idee
  2. que idees
  3. que idee
  4. que ideemos
  5. que ideéis
  6. que ideen
imp. de subj.
  1. que ideara
  2. que idearas
  3. que ideara
  4. que ideáramos
  5. que idearais
  6. que idearan
miscelánea
  1. ¡idea!
  2. ¡idead!
  3. ¡no idees!
  4. ¡no ideéis!
  5. ideado
  6. ideando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor idear:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespiegelen contemplación
fantaseren fantasear; inventar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedenken agradar; apretar; compendiar; comprimir; concentrarse; condensarse; considerar; contemplar; divagar; estrujar; fantasear; idear; imaginar; inventar; meditar; pensar; planear; reflexionar; reflexionar sobre acordarse; inventar un plan; recordar; tramar; urdir
beschouwen agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre conmemorar; considerar; contemplar; estudiar; examinar; pensar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre
bespiegelen agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre
fantaseren apretar; compendiar; comprimir; concentrarse; condensarse; divagar; estrujar; fantasear; idear; imaginar; inventar; pensar; planear
nadenken agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre pensar; reflexionar
overdenken agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre adivinar; appreciar; conjeturar; conmemorar; considerar; contemplar; estimar; estudiar; examinar; hacer conjeturas; pensar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre
overpeinzen agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre
peinzen agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre pensar; reflexionar
uitdenken apretar; compendiar; comprimir; concentrarse; condensarse; divagar; estrujar; fantasear; idear; imaginar; inventar; pensar; planear elaborar con ideas
verdichten apretar; compendiar; comprimir; concentrarse; condensarse; divagar; estrujar; fantasear; idear; imaginar; inventar; pensar; planear
verzinnen apretar; compendiar; comprimir; concentrarse; condensarse; divagar; estrujar; fantasear; idear; imaginar; inventar; pensar; planear inventar un plan; tramar; urdir
voorwenden apretar; compendiar; comprimir; concentrarse; condensarse; divagar; estrujar; fantasear; idear; imaginar; inventar; pensar; planear fingir; pretender

Synoniemen voor "idear":


Wiktionary: idear

idear
verb
  1. door nadenken vinden
  2. (overgankelijk) bedenken van een fictief iets

Cross Translation:
FromToVia
idear faken; bedenken; verzinnen erdenken — (transitiv) etwas ausdenken, sich etwas Neues einfallen lassen