Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lief (Nederlands) in het Spaans

lief:

lief bijvoeglijk naamwoord

  1. lief (geliefd; dierbaar; toegenegen; bemind)
    querido; amado
  2. lief (bevallig)
    gracioso; con gracia; elegante
  3. lief (beminnelijk)
    amable; encantador; afable
  4. lief (schattig; snoezig; dottig; )
    adorable; precioso; encantador; mono
  5. lief (braaf; zoet; voorbeeldig; deugdzaam)
    bueno; obediente; modélico; amable; docil; ejemplar
  6. lief (sympathiek; aardig; leuk)
    simpático; amigable; majo; amable; mono
  7. lief (engelachtig)
    divino; angelical; celestial; edénico

Vertaal Matrix voor lief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amado beminde; duifje; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefje; liefste; lieve; maatje; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin
angelical anglicaan; anglicaanse
ejemplar exemplaar; model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje; voorbeeld
gracioso deugniet; gek iemand; guit; rakker; snaak; stinkerd
mono aap
querido aanbidder; beminde; duifje; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefhebber; liefje; liefste; lieve; lieveling; lievelingetje; lieverd; maatje; minnaar; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin; vrijer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- aardig; braaf; gehoorzaam; zoet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adorable allerliefst; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; vertederend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; dierbare; geliefde; knap; mooi; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; uitnodigend; verleidelijk; verrukkelijk
afable beminnelijk; lief amicaal; bedaard; behulpzaam; bereidwillig; charmant; gedienstig; gelijkmoedig; genegenheid opwekkend; innemend; inschikkelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; minzaam; onbewogen; rustig; sereen; vriendelijke; vriendschappelijk
amable aardig; beminnelijk; braaf; deugdzaam; leuk; lief; sympathiek; voorbeeldig; zoet aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attent; attractief; bedaard; behulpzaam; bekoorlijk; bereidwillig; bevallig; charmant; comfortabel; coöperatief; dierbaar; favoriete; fijn; gedienstig; geestig; geinig; gelijkmoedig; gemakkelijk; genegenheid opwekkend; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; geselecteerd; goedaardig; goedhartig; grappig; hartelijk; hulpvaardig; innemend; inschikkelijk; jofel; kalm; kalmpjes; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lievelings; lollig; medewerkend; minnelijk; minzaam; mooi; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; sereen; tegemoetkomend; toegenegen; toeschietelijk; tof; verkoren; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; welwillend; zachtaardig
amado bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen beminde; dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren
amigable aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; coöperatief; gelijkmoedig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; medewerkend; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; sereen; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig
angelical engelachtig; lief hemels; tot de hemel behorend
bueno braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; braaf; braafjes; charmant; correct; eerlijk; fijn; goddelijk; goed; goedaardig; goedhartig; heerlijk; hemels; hulpvaardig; juist; knap; lekker; momenteel; mooi; nou; nu; op dit moment; paradijselijk; plezierig; precies; prettig; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; smakelijk; subtiel; tegenwoordig; tja; verlokkend; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zalig; ziezo
celestial engelachtig; lief goddelijk; heerlijk; hemels; paradijselijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
con gracia bevallig; lief chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; gracieus; lieftallig; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd
divino engelachtig; lief goddelijk; heerlijk; hemels; paradijselijk; verrukkelijk; zalig
docil braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam
edénico engelachtig; lief
ejemplar braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet modelmatig; voorbeeldig
elegante bevallig; lief aanzienlijk; adelijk; beroemd; chic; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; gedistingeerd; geraffineerd; gewichtig; gracieus; hooggeplaatst; hoogverheven; illuster; modieuze verfijning; plechtig; plechtstatig; royaal; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; verheven; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk; waardig; zeer plechtig
encantador allerliefst; beminnelijk; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; vertederend aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aanvallig; aardig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; beheksend; bekoorlijk; betoverend; bevallig; charmant; droomachtig; feeëriek; genegenheid opwekkend; heerlijk; idyllisch; innemend; knap; magisch; mieters; minzaam; mooi; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; sprookjesachtig; toverachtig; verrukkelijk; zalig
gracioso bevallig; lief aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; attractief; bekoorlijk; bengelachtig; bevallig; charmant; chic; dolletjes; elegant; enig; esthetisch; flitsend; geraffineerd; goddelijk; gracieus; grappig; guitig; heerlijk; hemels; hip; humoristisch; humoristische; kluchtig; knap; koddig; komiek; komisch; kwajongensachtig; leuk; leuke; modieuze verfijning; mooi; olijk; ondeugend; paradijselijk; prettig; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; sierlijk; smaakvol; snaaks; snel; spotachtig; stijlvol; trendy; verfijnd; verrukkelijk; vlot; zalig
majo aardig; leuk; lief; sympathiek aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; decoratief; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend
modélico braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet modelmatig; voorbeeldig
mono aardig; allerliefst; dottig; enig; leuk; lief; schattig; snoezig; sympathiek; vertederend afzonderlijk; aimabel; alleenstaand; alleraardigst; allerliefst; apart; bekoorlijk; charmant; dolletjes; eenmalig; enig; flitsend; gescheiden; hip; losstaand; modieus; op zich; op zichzelf staand; popperig; separaat; snel; trendy; uniek; vlot; vrijstaand
obediente braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet dienstbaar; eerlijk; fideel; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; meegaand; openhartig; oprecht; rondborstig; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; trouwhartig; volgzaam; vormbaar
precioso allerliefst; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; vertederend aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; beeldig; beeldschoon; bekoorlijk; betoverend; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; luisterrijk; magnifiek; mooi; prachtig; schattig; schitterend; snoeperig; snoezig; welgevallig; wonderschoon
querido bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen begeerlijk; begerenswaardig; beminde; beste; dierbaar; dierbare; elegant; favoriete; geliefde; geselecteerd; getapt; gevraagd; gewenst; gewild; gracieus; lieve; lievelings; sierlijk; toegenegen; uitverkoren; verkoren; verlangd; wenselijk
simpático aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; comfortabel; gelijkmoedig; gemakkelijk; genegenheid opwekkend; genoeglijk; geriefelijk; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; innemend; jofel; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; medelevend; meelevend; meevoelend; minnelijk; minzaam; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; ruimhartig; rustig; sereen; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig

Verwante woorden van "lief":


Synoniemen voor "lief":


Antoniemen van "lief":


Verwante definities voor "lief":

  1. plezierig om te zien1
    • wat een lief huisje!1
  2. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • de kinderen waren erg lief vandaag1
  3. waar je op gesteld bent1
    • lieve moeder1
  4. aardig en vriendelijk voor anderen1
    • we hebben een lief dochtertje1
  5. persoon van wie je houdt1
    • mijn lief heeft mij verlaten1

Wiktionary: lief


Cross Translation:
FromToVia
lief amado; amada beloved — loved
lief pololo; novio boyfriend — male partner in a romantic relationship.
lief precioso; lindo; pituso; chulo; gracioso cute — having features mainly attributed to infants and small or cuddly animals
lief querido dear — loved; lovable
lief gentil; bondadoso; amable; cariñoso kind — affectionate, nice
lief agradable; bello; dulce; encantador; hermoso; lindo; mono sweet — having a pleasing disposition
lief amable; benigno; tierno sweet — having a helpful disposition
lief tierno; cariñoso tender — fond, loving, gentle, sweet
lief amable liebenswürdigfreundlich und zuvorkommend
lief afable; amable affable — Personne aimable et bienveillante à qui on peut parler (qui écouter et comprendre).
lief amable; afable aimable — Qui mériter d’aimer.
lief ameno; amena amèneagréable, attrayant.
lief querido; preciado; estimado; caro; costoso cher — Qui est chéri, tendrement aimer, auquel on tenir beaucoup.
lief costoso; caro; querido coûteux — Qui coûte cher.
lief encantador; cautivador; dulce; amable; afable gentilagréable, charmant, mignon, aimable. Qui a une certaine grâce, un certain agrément délicat.

Verwante vertalingen van lief