Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ontaarden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontaarden (Nederlands) in het Spaans

ontaarden:

ontaarden werkwoord (ontaard, ontaardt, ontaardde, ontaardden, ontaard)

  1. ontaarden (degenereren; achteruitgaan; verworden; verderven)
  2. ontaarden (uitlopen op)

Conjugations for ontaarden:

o.t.t.
  1. ontaard
  2. ontaardt
  3. ontaardt
  4. ontaarden
  5. ontaarden
  6. ontaarden
o.v.t.
  1. ontaardde
  2. ontaardde
  3. ontaardde
  4. ontaardden
  5. ontaardden
  6. ontaardden
v.t.t.
  1. ben ontaard
  2. bent ontaard
  3. is ontaard
  4. zijn ontaard
  5. zijn ontaard
  6. zijn ontaard
v.v.t.
  1. was ontaard
  2. was ontaard
  3. was ontaard
  4. waren ontaard
  5. waren ontaard
  6. waren ontaard
o.t.t.t.
  1. zal ontaarden
  2. zult ontaarden
  3. zal ontaarden
  4. zullen ontaarden
  5. zullen ontaarden
  6. zullen ontaarden
o.v.t.t.
  1. zou ontaarden
  2. zou ontaarden
  3. zou ontaarden
  4. zouden ontaarden
  5. zouden ontaarden
  6. zouden ontaarden
diversen
  1. ontaard!
  2. ontaardt!
  3. ontaard
  4. ontaardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ontaarden [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ontaarden (gedegenereerden)
    el degenerados

Vertaal Matrix voor ontaarden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degenerados gedegenereerden; ontaarden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degenerarse achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden achteruitgaan; bederven; degenereren; in de war sturen; nekken; ruïneren; verderven; verworden; verzieken
resultar en ontaarden; uitlopen op resulteren; uitkomen bij; uitvloeien in
terminar en ontaarden; uitlopen op culmineren; eindigen op; resulteren; uitkomen bij; uitkomen op; uitvloeien in

Wiktionary: ontaarden

ontaarden
verb
  1. overgaan in iets verkeerds

Cross Translation:
FromToVia
ontaarden bastardear abâtardiraltérer de façon à faire dégénérer par un mélange génétique.