Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Zoek: onwetendheid

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: onwetendheid

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

onwetendheid:
- incapacidad; estupidez; futilidad; majadería; insignificancia
onwetend:
- sin desarrollar; sin erudición; ignorante; inculto; iletrado; iliterato
Wiktionary:
- onwetendheid → oscuridad, ignorancia
- onwetend → ignorante

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onwetendheid (Nederlands) in het Spaans

onwetendheid:

onwetendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de onwetendheid (onkundigheid; onkunde)
la incapacidad
- incapacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
de onwetendheid (onbenulligheid; stompzinnigheid)
la estupidez; la futilidad; la majadería; la insignificancia
- estupidez [la ~] zelfstandig naamwoord
- futilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- majadería [la ~] zelfstandig naamwoord
- insignificancia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor onwetendheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
estupidez	onbenulligheid; onwetendheid; stompzinnigheid	absurditeit; achterlijkheid; blunder; doofstomheid; dwaasheid; enormiteit; geesteloosheid; geestesziekte; gekheid; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; idioterie; kinderlijkheid; krachteloosheid; krankzinnigheid; laksheid; naïveteit; naïviteit; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid; ongerijmdheid; onnozelheid; onverstand; onzinnigheid; simpelheid; slapheid; slapte; stomheid; sulligheid; waanzin; weekheid; zachtheid; zotheid; zwakheid; zwakte
futilidad	onbenulligheid; onwetendheid; stompzinnigheid	bagatel; geesteloosheid; kleinigheid; peulenschil; wissewasje
incapacidad	onkunde; onkundigheid; onwetendheid	hulpeloosheid; immuniteit; impotentie; incompetentie; insolventie; krachteloosheid; onbekwaamheid; ongeschiktheid; onkwetsbaarheid; onmacht; onschendbaarheid; onvermogen
insignificancia	onbenulligheid; onwetendheid; stompzinnigheid	bagatel; beetje; dingetje; doofstomheid; drukte; futiliteit; geesteloosheid; kinderlijkheid; kleinigheid; kouwe drukte; naïveteit; naïviteit; niemendalletje; niet geldig zijn; nietigheid; onbelangrijk iets; onnozelheid; peulenschil; simpelheid; stomheid; wissewasje
majadería	onbenulligheid; onwetendheid; stompzinnigheid	dwaze handeling; flauwe grap; flauwiteit; gemekker; gezeur; gezever; kattesprongetje; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid

Verwante woorden van "onwetendheid":

onwetend

Wiktionary: onwetendheid

Cross Translation:

From	To	Via
• onwetendheid	→ oscuridad	↔ dark — ignorance
• onwetendheid	→ ignorancia	↔ ignorance — condition of being uninformed or uneducated

onwetendheid vorm van onwetend:

onwetend bijvoeglijk naamwoord

onwetend
sin desarrollar; sin erudición; ignorante; inculto; iletrado; iliterato
- sin desarrollar bijvoeglijk naamwoord
- sin erudición bijvoeglijk naamwoord
- ignorante bijvoeglijk naamwoord
- inculto bijvoeglijk naamwoord
- iletrado bijvoeglijk naamwoord
- iliterato bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor onwetend:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ignorante		cultuurbarbaar
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ignorante	onwetend	incapabel; niet onderwezen; onbekend met; ongeleerd; ongeletterd; onkundig; onontwikkeld
iletrado	onwetend	niet onderwezen; ongeleerd; ongeletterd; onontwikkeld
iliterato	onwetend	niet onderwezen; ongeleerd; ongeletterd; onontwikkeld
inculto	onwetend	incapabel; niet onderwezen; onbekend met; onderontwikkeld; ongeleerd; ongeletterd; onkundig; onontwikkeld
sin desarrollar	onwetend	incapabel; niet onderwezen; onbekend met; onderontwikkeld; ongeleerd; ongeletterd; onkundig; onontwikkeld
sin erudición	onwetend	incapabel; niet onderwezen; onbekend met; ongeleerd; ongeletterd; onkundig; onontwikkeld

Verwante woorden van "onwetend":

onwetendheid

Wiktionary: onwetend

Cross Translation:

From	To	Via
• onwetend	→ ignorante	↔ ignorant — characterized by ignorance
• onwetend	→ ignorante	↔ ignare — Qui est d’une ignorance excessif.