Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pen (Nederlands) in het Spaans

pen:

pen [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de pen (ballpoint; balpen)
    – voorwerp om met inkt te schrijven 1
    el bolígrafo; el boli; la pluma; la espiga
    • bolígrafo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • boli [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pluma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espiga [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de pen (pin; klem)
    la clavija; la punzón; la aguja; la espiga
    • clavija [la ~] zelfstandig naamwoord
    • punzón [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aguja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espiga [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. de pen (schrijfstift)
    el bolígrafo; el boli
    • bolígrafo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • boli [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. de pen (vulpen)
    la pluma
    • pluma [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aguja klem; pen; pin haring; keer; keg; keil; kentering; naald; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; pin; speld; spoorwegwissel; tentharing; wig; wijzer; wissel
boli ballpoint; balpen; pen; schrijfstift keg; keil; wig
bolígrafo ballpoint; balpen; pen; schrijfstift
clavija klem; pen; pin beurs; borgmoer; geldstuk; klamp; klem; klemhaak; klinknagel; knijp; knip; mijt; munt; muntstuk; nagel; penning; pin; portefeuille; portemonnaie; portemonnee; speld; spie; spijker; veiligheidspal; veiligheidsspeld; zekerheidspen
espiga ballpoint; balpen; klem; pen; pin aar; geldstuk; korenaar; munt; muntstuk; penning; pin; speld
pluma ballpoint; balpen; pen; vulpen kraan; kroontjespen; pluim; veer; waterkraan
punzón klem; pen; pin drevel; els; elsbes; etsnaald; graveernaald; graveerpen; graveerstift; pons; priem
- balpen

Verwante woorden van "pen":


Synoniemen voor "pen":


Verwante definities voor "pen":

  1. smalle harde draad om mee te breien1
    • ik heb twee pennen gebreid1
  2. voorwerp om met inkt te schrijven1
    • deze pen schrijft erg mooi1
  3. houten of metalen stift waarmee je iets vastzet1
    • de nieuwe heup is met een pen vastgezet1

Wiktionary: pen

pen
noun
  1. instrument om met inkt te schrijven of te tekenen
  2. lange, stevige veer van vogels

Cross Translation:
FromToVia
pen pluma; bolígrafo; boli; lapicera pen — writing tool
pen clavija; pasador about — constr|fr extrémité par laquelle une pièce de charpente, de menuiserie ou de métal est assemblée avec une autre.

pennen:

pennen werkwoord (pen, pent, pende, penden, gepend)

  1. pennen (schrijven; kalken)

Conjugations for pennen:

o.t.t.
  1. pen
  2. pent
  3. pent
  4. pennen
  5. pennen
  6. pennen
o.v.t.
  1. pende
  2. pende
  3. pende
  4. penden
  5. penden
  6. penden
v.t.t.
  1. heb gepend
  2. hebt gepend
  3. heeft gepend
  4. hebben gepend
  5. hebben gepend
  6. hebben gepend
v.v.t.
  1. had gepend
  2. had gepend
  3. had gepend
  4. hadden gepend
  5. hadden gepend
  6. hadden gepend
o.t.t.t.
  1. zal pennen
  2. zult pennen
  3. zal pennen
  4. zullen pennen
  5. zullen pennen
  6. zullen pennen
o.v.t.t.
  1. zou pennen
  2. zou pennen
  3. zou pennen
  4. zouden pennen
  5. zouden pennen
  6. zouden pennen
diversen
  1. pen!
  2. pent!
  3. gepend
  4. pennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor pennen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escribir uitschrijven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escribir kalken; pennen; schrijven boeken; corresponderen; een briefwisseling hebben; invoeren; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; schrijven; typen; vastleggen
escribir mucho kalken; pennen; schrijven

Verwante woorden van "pennen":


Verwante vertalingen van pen



Spaans

Uitgebreide vertaling voor pen (Spaans) in het Nederlands

peón:

peón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el peón (aprendiz; gañán; yunta; criado; sirviente)
    het maatje; jongmaat; leerknecht; de pupil
    • maatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • jongmaat [znw.] zelfstandig naamwoord
    • leerknecht [znw.] zelfstandig naamwoord
    • pupil [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el peón (trabajador; obrero)
    de werkman; de arbeider; de werkkracht; de werker
    • werkman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • arbeider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • werkkracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • werker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el peón (sirviente; yunta; gañán; criado)
    de bediende; de knecht
    • bediende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el peón
    de pion
    • pion [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. el peón
    ongeschoold arbeider
  6. el peón (criado; siervo; sirviente; )
    de knecht; de dienaar; de dienstknecht
    • knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienstknecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. el peón (sirviente doméstico; criado; conserje)
    de kamerdienaar; herenknecht; kamerbediende; de butler
  8. el peón (sirviente; criado; conserje; mayordomo; gañán)
    de huisknecht
  9. el peón (camineros)
    de wegwerkers

Vertaal Matrix voor peón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbeider obrero; peón; trabajador asalariado; asistente; ayudante; colaborador; colaboradora; colega; empleado; mano de obra; miembro del personal; obrero
bediende criado; gañán; peón; sirviente; yunta
butler conserje; criado; peón; sirviente doméstico
dienaar asistencia; auxilio; ayudante; criado; gañán; peón; servidor; siervo; sirviente
dienstknecht asistencia; auxilio; ayudante; criado; gañán; peón; servidor; siervo; sirviente
herenknecht conserje; criado; peón; sirviente doméstico
huisknecht conserje; criado; gañán; mayordomo; peón; sirviente
jongmaat aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta
kamerbediende conserje; criado; peón; sirviente doméstico
kamerdienaar conserje; criado; peón; sirviente doméstico
knecht asistencia; auxilio; ayudante; criado; gañán; peón; servidor; siervo; sirviente; yunta ayuda; ayudante; mozo de labranza
leerknecht aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta
maatje aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta amado; amante; amiga; amigo; amiguito; amor; arenque joven salado; camarada; colega; compadre; compañera; compañero; compinche; novio; querido; socio
ongeschoold arbeider peón obrero no calificado
pion peón
pupil aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta alumno; escolar
wegwerkers camineros; peón
werker obrero; peón; trabajador
werkkracht obrero; peón; trabajador afán de trabajar; asalariado; asistente; ayudante; capacidad de trabajo; capacidad laboral; colaborador; colaboradora; colega; empleado; mano de obra; miembro del personal; productividad; trabajador
werkman obrero; peón; trabajador

Verwante woorden van "peón":

  • peones

Synoniemen voor "peón":


Wiktionary: peón


Cross Translation:
FromToVia
peón pion; speelstuk man — piece in board games
peón pion pawn — chess piece
peón pion; kleine man pawn — someone who is being manipulated
peón pion Bauer — schwächste der Schachfiguren
peón pion pion — Pièce de jeu d’échecs

peñón:

peñón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el peñón (despeñadero; pared de roca; acantilado; )
    de rotswand
    • rotswand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el peñón (adoquines; piedra; roca; )
    de steen; het gesteente
    • steen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gesteente [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor peñón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gesteente adoquines; adoquín; as; cálculo; dado; dominó; ficha; gemas; guijarro; hacha; ladrillo; persona de talento; peñón; piedra; piedras preciosas; roca; águila rocas
rotswand acantilado; despeñadero; ladera de montaña; pared de roca; peñón; risco; roca
steen adoquines; adoquín; as; cálculo; dado; dominó; ficha; gemas; guijarro; hacha; ladrillo; persona de talento; peñón; piedra; piedras preciosas; roca; águila ladrillo; piedra

Verwante woorden van "peñón":

  • peñones