Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Zoek: telkens

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: telkens

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

telkens:
- con frecuencia; repetidas veces; siempre; cada vez; siempre de nuevo; siempre cuando; continuamente; constantemente
Wiktionary:
- telkens → reiteradamente, continuo, ininterrumpido, constante

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor telkens (Nederlands) in het Spaans

telkens:

telkens bijwoord

telkens (herhaaldelijk; veelvuldig; meermaals)
con frecuencia; repetidas veces
- con frecuencia bijvoeglijk naamwoord
- repetidas veces bijvoeglijk naamwoord
telkens (iedere keer; elke keer)
siempre; cada vez; siempre de nuevo; siempre cuando
- siempre bijvoeglijk naamwoord
- cada vez bijvoeglijk naamwoord
- siempre de nuevo bijvoeglijk naamwoord
- siempre cuando bijvoeglijk naamwoord
telkens (voortdurend; ononderbroken; continue; de hele tijd; onophoudelijk; steeds; almaar; gedurig; aldoor)
continuamente; constantemente
- continuamente bijvoeglijk naamwoord
- constantemente bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor telkens:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	altijd
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cada vez	elke keer; iedere keer; telkens	aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; steeds opnieuw; voortdurend
con frecuencia	herhaaldelijk; meermaals; telkens; veelvuldig	dikwijls; frequent; geregeld; herhaald; meermaals; menigmaal; met vast ritme; regelmatig; vaak; veel; veelvuldig
constantemente	aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend	aanhoudend; altijd; bestendig; blijvend; constant; continu; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onvermoeid; permanent; steeds; voortdurend
continuamente	aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend	aanhoudend; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; doorgaand; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onvermoeid; permanent; steeds; uitentreuren; voortdurend
repetidas veces	herhaaldelijk; meermaals; telkens; veelvuldig	herhaald
siempre	elke keer; iedere keer; telkens	altijd; altoos; constant; continu; doorlopend; eeuwig; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; steevast; voor altijd; voor het leven; voor immer; voortdurend
siempre cuando	elke keer; iedere keer; telkens
siempre de nuevo	elke keer; iedere keer; telkens	steeds opnieuw

Synoniemen voor "telkens":

altijd

Antoniemen van "telkens":

nimmer; nooit

Verwante definities voor "telkens":

elke keer weer¹
- telkens als ik haar zie, moet ik aan school denken¹

Wiktionary: telkens

Cross Translation:

From	To	Via
• telkens	→ reiteradamente	↔ repeatedly — done several times
• telkens	→ continuo; ininterrumpido; constante	↔ ständig — immer wiederholend, ununterbrochen

¹Muiswerk Woordenboek