Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. toenemen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toenemen (Nederlands) in het Spaans

toenemen:

toenemen werkwoord (neem toe, neemt toe, nam toe, namen toe, toegenomen)

  1. toenemen (groeien; stijgen; vermeerderen; )
    aumentar; crecer; subir; engrandecer; surgir

Conjugations for toenemen:

o.t.t.
  1. neem toe
  2. neemt toe
  3. neemt toe
  4. nemen toe
  5. nemen toe
  6. nemen toe
o.v.t.
  1. nam toe
  2. nam toe
  3. nam toe
  4. namen toe
  5. namen toe
  6. namen toe
v.t.t.
  1. heb toegenomen
  2. hebt toegenomen
  3. heeft toegenomen
  4. hebben toegenomen
  5. hebben toegenomen
  6. hebben toegenomen
v.v.t.
  1. had toegenomen
  2. had toegenomen
  3. had toegenomen
  4. hadden toegenomen
  5. hadden toegenomen
  6. hadden toegenomen
o.t.t.t.
  1. zal toenemen
  2. zult toenemen
  3. zal toenemen
  4. zullen toenemen
  5. zullen toenemen
  6. zullen toenemen
o.v.t.t.
  1. zou toenemen
  2. zou toenemen
  3. zou toenemen
  4. zouden toenemen
  5. zouden toenemen
  6. zouden toenemen
en verder
  1. ben toegenomen
  2. bent toegenomen
  3. is toegenomen
  4. zijn toegenomen
  5. zijn toegenomen
  6. zijn toegenomen
diversen
  1. neem toe!
  2. neemt toe!
  3. toegenomen
  4. toenemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toenemen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crecer aanwassen; aanzwellen
subir opklimmen; oprijden; stijgen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aumentar aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen aankaarten; aanknopen; aansnijden; bezwaren; entameren; expanderen; gesprek aanknopen; gewicht toevoegen; openen; opvoeren; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; verzwaren; zwaarder maken
crecer aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen dik worden; expanderen; groeien; groot worden; hoger worden; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; lengen; openen; opgroeien; opschieten; opzwellen; reppen; snellen; spoeden; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitgroeien; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; vliegen; volgroeien; volwassen worden; zich haasten; zich spoeden
engrandecer aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen
subir aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen aanwassen; bevorderd worden; binnenrijden; bovenkomen; de hoogte ingaan; eindje meerijden; erop vooruit gaan; heffen; hijsen; hoger maken; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; inrijden; lichten; naar boven gaan; naar boven rijden; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogleiden; omhooglopen; omhoogrijden; omhoogschroeven; omhoogstappen; omhoogstijgen; omhoogvoeren; ontspinnen; opgaan; opheffen; ophijsen; ophogen; oprijden; oprijzen; opstijgen; optillen; opvliegen; opwaarts rijden; rijzen; stijgen; tillen; verhogen; vooruitkomen; vorderen; zich opwerken
surgir aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen boven water komen; bovenkomen; de hoogte ingaan; in de lucht omhoogstijgen; in het hoofd opkomen; invallen; naar binnen vallen; omhoogkomen; ontstaan; opdiepen; opdoemen; opduiken; opkomen voor; oprijzen; opstijgen; opwellen; rijzen; stijgen; van de bodem ophalen; verrijzen; voortkomen; weer verschijnen

Antoniemen van "toenemen":


Verwante definities voor "toenemen":

  1. groter of heviger worden1
    • de bevolking van Nederland is sterk toegenomen1

Wiktionary: toenemen

toenemen
verb
  1. groter worden in getal of maat

Cross Translation:
FromToVia
toenemen incrementar; aumentar increase — become larger
toenemen incremento; aumento; alza rise — increase (in a quantity, price, etc)
toenemen aumentar; abultar; crecer augmenterrendre une quantité plus grande.
toenemen crecer grandir — intransitif|fr devenir plus grand.
toenemen aumentar; engrosar grossirrendre gros, plus ample, plus volumineux.