Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vel (Nederlands) in het Spaans

vel:

vel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vel (huid)
    la piel; el cuero; el pellejo; el cutis
    • piel [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cuero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pellejo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cutis [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. het vel (schil; peul)
    la piel; la cáscara
    • piel [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cáscara [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. het vel (membraan; vlies; velletje; dun huidje)
    la membrana
  4. het vel (blad)
    la hoja
    • hoja [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuero huid; vel leder; leer
cutis huid; vel
cáscara peul; schil; vel bolster; dop; omhulling; schaal; schelp; schil; schulp
hoja blad; vel blaadje; blad; blad van een roeispaan; bladknooppunt; boomblad; degen; klein boomblad; kling; kling van een zwaard; lamel; lemmet; werkblad
membrana dun huidje; membraan; vel; velletje; vlies
pellejo huid; vel hachje
piel huid; peul; schil; vel afzetting met bont; bont; halsbontje; omhulling; pels; vacht

Verwante woorden van "vel":


Wiktionary: vel


Cross Translation:
FromToVia
vel pellejo flesh — skin
vel cuero; piel hide — skin of an animal
vel piel skin — outer covering of the body of a person or animal
vel hoja Blatt — ein beschnittenes Stück Papier oder Folie
vel folio feuille — (botanique) partie aérienne d’un végétal qui permet de capter la lumière, élément essentiel à la photosynthèse.
vel película; film pellicule — Traductions à trier suivant le sens

vel vorm van vellen:

vellen werkwoord (vel, velt, velde, velden, geveld)

  1. vellen (bomen kappen; kappen; hakken; omhakken; houwen)
    recortar; picar; peinarse; talar; cortar arboles; derribar; tajar; dar golpes; dar hachazos

Conjugations for vellen:

o.t.t.
  1. vel
  2. velt
  3. velt
  4. vellen
  5. vellen
  6. vellen
o.v.t.
  1. velde
  2. velde
  3. velde
  4. velden
  5. velden
  6. velden
v.t.t.
  1. heb geveld
  2. hebt geveld
  3. heeft geveld
  4. hebben geveld
  5. hebben geveld
  6. hebben geveld
v.v.t.
  1. had geveld
  2. had geveld
  3. had geveld
  4. hadden geveld
  5. hadden geveld
  6. hadden geveld
o.t.t.t.
  1. zal vellen
  2. zult vellen
  3. zal vellen
  4. zullen vellen
  5. zullen vellen
  6. zullen vellen
o.v.t.t.
  1. zou vellen
  2. zou vellen
  3. zou vellen
  4. zouden vellen
  5. zouden vellen
  6. zouden vellen
diversen
  1. vel!
  2. velt!
  3. geveld
  4. vellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vellen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de vellen (dierenhuiden; huiden)
    la pieles; el cueros
    • pieles [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cueros [el ~] zelfstandig naamwoord

vellen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vellen (omhakken; kappen)
    el cortar; el talar
    • cortar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • talar [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. het vellen (omzagen)
    el serrar
    • serrar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar kappen; omhakken; vellen afhakken; afhouwen; afknippen; afsnijden
cueros dierenhuiden; huiden; vellen schillen
derribar doodschieten; neerleggen; neerschieten
picar happen in; toehappen
pieles dierenhuiden; huiden; vellen schillen
serrar omzagen; vellen
talar kappen; omhakken; vellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar afbreken; afhakken; afhouwen; afkappen; afknippen; afknotten; afsluiten; afsnijden; bijknippen; coifferen; concluderen; couperen; creneleren; dichtdoen; doen ophouden; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doorknippen; doormidden hakken; doorsnijden; een beetje knippen; een gevolgtrekking maken; fijnhakken; grootspreken; hakken; in stukken hakken; in tweeën houwen; insnijden; kappen; kleinhakken; kleinmaken; klieven; kloven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; lossnijden; omhouwen; onderbreken; opensnijden; opmaken uit; opscheppen; opsnijden; scheiden; snijden; snoeven; splitsen; uit elkaar halen; uiteenhalen; uitknippen; wegknippen; wegsnijden; wegsnoeien
cortar arboles bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen
dar golpes bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen aankloppen; aantikken; beroeren; beuken; een klap geven; iemand raken; iemand treffen; kloppen; raken; rammen; slaan; tikken; treffen
dar hachazos bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen
derribar bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen afbreken; begeven; breken; deponeren; dompen; flippen; iets afbreken; inhakken; inhouwen; kantelen; kiepen; leggen; naar beneden werpen; neerhalen; neerleggen; neersabelen; neerschieten; neerslaan; neerwerpen; neerzetten; omduwen; omgooien; omkiepen; omkieperen; omlaag werpen; omslaan; omstoten; omver kiepen; omvergooien; omverhalen; omverrukken; omverstoten; omvertrekken; omverwerpen; omwerpen; onderuit halen; onderuithalen; overhoopschieten; plaatsen; ruineren; slopen; smijten; stationeren; ten val brengen; uit elkaar halen; uitgommen; uitroeien; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vernielen; vernietigen; verwoesten; vlakken; vloeren; wegvagen; wegvegen; wippen; wissen; zetten
peinarse bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen
picar bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen aanbijten; aanleiding geven tot; aanvreten; afbedelen; afbikken; afsnijden; bikken; doorsteken; een inkeping maken; erdoor steken; eten; inbijten; inetsen; inkepen; inkerven; invreten; kartelen; kartels krijgen; kepen; kerven; kietelen; kittelen; kriebelen; naar binnen werken; ophitsen; prikken; provoceren; snijden; steken; steken geven; uitdagen; uitlokken; wegbikken
recortar bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen achteruitgaan; afnemen; beknotten; beperken; bijknippen; bijsnijden; coifferen; declineren; een beetje knippen; inperken; kappen; kleiner maken; knippen; minder worden; minimaliseren; uitknippen; verkleinen; wegsnijden
serrar knorren; ronken; snorren; uitzagen; zagen
tajar bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen
talar bomen kappen; hakken; houwen; kappen; omhakken; vellen omhouwen; ontbomen; ontbossen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar knippen

Verwante woorden van "vellen":


Wiktionary: vellen


Cross Translation:
FromToVia
vellen talar cut down — To bring down a tree
vellen cortar; talar fell — to make something fall
vellen bajar; inclinar abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
vellen demoler; derribar; deprimir; abatir; desalentar; agotar; matar; vencer; recorrer; atravesar; calmar; sosegar abattre — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van vel