Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verankeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verankeren (Nederlands) in het Spaans

verankeren:

verankeren werkwoord (veranker, verankert, verankerde, verankerden, verankerd)

  1. verankeren
    anclar; amarrar; atar
  2. verankeren

Conjugations for verankeren:

o.t.t.
  1. veranker
  2. verankert
  3. verankert
  4. verankeren
  5. verankeren
  6. verankeren
o.v.t.
  1. verankerde
  2. verankerde
  3. verankerde
  4. verankerden
  5. verankerden
  6. verankerden
v.t.t.
  1. heb verankerd
  2. hebt verankerd
  3. heeft verankerd
  4. hebben verankerd
  5. hebben verankerd
  6. hebben verankerd
v.v.t.
  1. had verankerd
  2. had verankerd
  3. had verankerd
  4. hadden verankerd
  5. hadden verankerd
  6. hadden verankerd
o.t.t.t.
  1. zal verankeren
  2. zult verankeren
  3. zal verankeren
  4. zullen verankeren
  5. zullen verankeren
  6. zullen verankeren
o.v.t.t.
  1. zou verankeren
  2. zou verankeren
  3. zou verankeren
  4. zouden verankeren
  5. zouden verankeren
  6. zouden verankeren
diversen
  1. veranker!
  2. verankert!
  3. verankerd
  4. verankerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verankeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anclar ankeren
atar aanhechten; aanknopen; vasthechten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amarrar verankeren aanleggen; aanmeren; afbinden; afmeren; afsnoeren; binden; blokken; dichtbinden; knevelen; knopen; leerstof erin stampen; leren; meren; strikken; studeren; toebinden; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren; vastsjorren; vastsnoeren; zekeren
anclar verankeren vastmaken
atar verankeren aan elkaar bevestigen; aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aaneenbinden; aanhechten; aanlijnen; afbinden; afsnoeren; bevestigen; binden; detineren; dichtbinden; dichtrijgen; dichtsnoeren; gevangenhouden; hechten; hoogbinden; in hechtenis houden; knevelen; knopen; om het lijf binden; ombinden; omhoogbinden; omwinden; onderbinden; opbinden; rijgen; samenbinden; samenbundelen; samenknopen; snoeren; strikken; toebinden; toesnoeren; vastbinden; vasthouden; vastknopen; vastmaken; vastsjorren; verbinden
delimitador verankeren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
delimitador bladwijzer; scheidingsteken

Wiktionary: verankeren


Cross Translation:
FromToVia
verankeren anclar anchor — to hold an object to a fixed point
verankeren fijar; asegurar; amarrar; atar moor — to secure or fix firmly
verankeren anclar ancrer — (vieilli) marine|fr jeter l’ancre.