Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. villen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor villen (Nederlands) in het Spaans

villen:

villen werkwoord (vil, vilt, vilde, vilden, gevild)

  1. villen (stropen; afhalen; afstropen; uitbenen)
    despellejar; desollar; deshuesar

Conjugations for villen:

o.t.t.
  1. vil
  2. vilt
  3. vilt
  4. villen
  5. villen
  6. villen
o.v.t.
  1. vilde
  2. vilde
  3. vilde
  4. vilden
  5. vilden
  6. vilden
v.t.t.
  1. heb gevild
  2. hebt gevild
  3. heeft gevild
  4. hebben gevild
  5. hebben gevild
  6. hebben gevild
v.v.t.
  1. had gevild
  2. had gevild
  3. had gevild
  4. hadden gevild
  5. hadden gevild
  6. hadden gevild
o.t.t.t.
  1. zal villen
  2. zult villen
  3. zal villen
  4. zullen villen
  5. zullen villen
  6. zullen villen
o.v.t.t.
  1. zou villen
  2. zou villen
  3. zou villen
  4. zouden villen
  5. zouden villen
  6. zouden villen
diversen
  1. vil!
  2. vilt!
  3. gevild
  4. villend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor villen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deshuesar afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen ontpitten; pitten
desollar afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen ontvellen; stropen
despellejar afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen

Wiktionary: villen

villen
verb
  1. van het vel ontdoen

Cross Translation:
FromToVia
villen hurtar; sustraer; descortezar; pelar; despojar; mondar; descubrir dépouiller — Traductions à trier suivant le sens