Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aangespen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangespen (Nederlands) in het Spaans

aangespen:

aangespen werkwoord (gesp aan, gespt aan, gespte aan, gespten aan, aangegespt)

  1. aangespen (vastgespen)

Conjugations for aangespen:

o.t.t.
  1. gesp aan
  2. gespt aan
  3. gespt aan
  4. gespen aan
  5. gespen aan
  6. gespen aan
o.v.t.
  1. gespte aan
  2. gespte aan
  3. gespte aan
  4. gespten aan
  5. gespten aan
  6. gespten aan
v.t.t.
  1. heb aangegespt
  2. hebt aangegespt
  3. heeft aangegespt
  4. hebben aangegespt
  5. hebben aangegespt
  6. hebben aangegespt
v.v.t.
  1. had aangegespt
  2. had aangegespt
  3. had aangegespt
  4. hadden aangegespt
  5. hadden aangegespt
  6. hadden aangegespt
o.t.t.t.
  1. zal aangespen
  2. zult aangespen
  3. zal aangespen
  4. zullen aangespen
  5. zullen aangespen
  6. zullen aangespen
o.v.t.t.
  1. zou aangespen
  2. zou aangespen
  3. zou aangespen
  4. zouden aangespen
  5. zouden aangespen
  6. zouden aangespen
diversen
  1. gesp aan!
  2. gespt aan!
  3. aangegespt
  4. aangespedne
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aangespen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aangespen (vastgespen)
    el abrochar; el cerrar con hebilla

Vertaal Matrix voor aangespen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrochar aangespen; vastgespen
cerrar con hebilla aangespen; vastgespen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrochar aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aaneenbinden; aanhaken; aankoppelen; bevestigen; dichtbinden; dichtdoen; dichtknopen; knopen; samenbinden; toebinden; vasthaken; vastkoppelen; verbinden
abrochar con hebilla aangespen; vastgespen
cerrar con hebilla dichtgespen; dichtsnoeren; gespen; toegespen