Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aantal personen bijeen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aantal personen bijeen (Nederlands) in het Spaans

aantal personen bijeen:

aantal personen bijeen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aantal personen bijeen (groep; gezelschap)
    el grupo; la asociación; la banda; la categoría; el colectivo; la clase
    • grupo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • asociación [la ~] zelfstandig naamwoord
    • banda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • categoría [la ~] zelfstandig naamwoord
    • colectivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • clase [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aantal personen bijeen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asociación aantal personen bijeen; gezelschap; groep ambachtsgilde; associatie; bedrijf; bond; broederschap; club; coalitie; compagnonschap; coöperatie; deelgenootschap; firma; genootschap; gezelschap; gilde; handelsbedrijf; handelshuis; koppeling; maatschap; maatschappij; medewerking; onderneming; orde; organisatie; partnerverband; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vennootschap; verbond; vereniging
banda aantal personen bijeen; gezelschap; groep band; beestenboel; bende; bies; blaaskapel; boekdeel; broekband; clan; deel; drom; fanfare; fanfarekorps; geluidsniveau; gezichtsmasker; gordelriem; groep; groep jongeren; groep van twee of meer; haarband; haarlint; harmonie; horde; kapel; koppel; koppelriem; kudde; lint; massa; muziekkorps; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; schaar; schare; sjerp; soepzootje; span; stel; strook; tamboerkorps; troep; volant; volksmenigte; volume; zooi; zootje
categoría aantal personen bijeen; gezelschap; groep aard; afdeling; categorie; classificatie; departement; detachement; gelid; genre; graad; klasse; kleurcategorie; maatschappelijke klasse; niveau; onderverdeling; orde; peil; rang; rangorde; sectie; slag; soort; stand; tak; type
clase aantal personen bijeen; gezelschap; groep aard; categorie; classificatie; college; collegezaal; collegium; cursus; cursusprogramma; genre; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; leerprogramma; lering; les; leslokaal; lesprogramma; lesuur; lokaal; maatschappelijke klasse; middelbare school; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; onderwijsprogramma; orde; rang; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; sociale groep; soort; stand; type; universitaire les; vaklokaal
colectivo aantal personen bijeen; gezelschap; groep collectief
grupo aantal personen bijeen; gezelschap; groep accumulatie; allegaartje; ambachtsgilde; bende; bond; club; cluster; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; gezelschap; gilde; groep; groep van twee of meer; groepering; hoop; horde; koppel; kudde; massa; mengelmoes; meute; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; orde; organisatie; pool; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; samenscholing; schaar; schare; selectie; societiet; sociëteit; soos; sortering; span; stapel; stel; troep; unie; vakgenootschap; vereniging; verzameling; volksgroepering; zooi; zootje; zuil
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
categoría categorie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colectivo aaneengesloten; een eenheid vormend; eendrachtig; eensgezind; gedeeld; harmonieus; meegevoeld; saamhorig; samenhangend; verbonden; verenigd

Verwante vertalingen van aantal personen bijeen