Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aantijgen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aantijgen (Nederlands) in het Spaans

aantijgen:

aantijgen werkwoord (tijg aan, tijgt aan, toog aan, togen aan, aangetogen)

  1. aantijgen (insinueren)
    insinuar

Conjugations for aantijgen:

o.t.t.
  1. tijg aan
  2. tijgt aan
  3. tijgt aan
  4. tijgen aan
  5. tijgen aan
  6. tijgen aan
o.v.t.
  1. toog aan
  2. toog aan
  3. toog aan
  4. togen aan
  5. togen aan
  6. togen aan
v.t.t.
  1. heb aangetogen
  2. hebt aangetogen
  3. heeft aangetogen
  4. hebben aangetogen
  5. hebben aangetogen
  6. hebben aangetogen
v.v.t.
  1. had aangetogen
  2. had aangetogen
  3. had aangetogen
  4. hadden aangetogen
  5. hadden aangetogen
  6. hadden aangetogen
o.t.t.t.
  1. zal aantijgen
  2. zult aantijgen
  3. zal aantijgen
  4. zullen aantijgen
  5. zullen aantijgen
  6. zullen aantijgen
o.v.t.t.
  1. zou aantijgen
  2. zou aantijgen
  3. zou aantijgen
  4. zouden aantijgen
  5. zouden aantijgen
  6. zouden aantijgen
en verder
  1. ben aangetogen
  2. bent aangetogen
  3. is aangetogen
  4. zijn aangetogen
  5. zijn aangetogen
  6. zijn aangetogen
diversen
  1. tijg aan!
  2. tijgt aan!
  3. aangetogen
  4. aantijgende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aantijgen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
insinuar aantijgen; insinueren influisteren; ingeven; souffleren