Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aanvoegen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanvoegen (Nederlands) in het Spaans

aanvoegen:

aanvoegen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanvoegen
    el juntar
    • juntar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanvoegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
juntar aanvoegen bijeen voegen; bijeenbrenging; muren voegen; samendoen; verbinden; verzameling; voegen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
juntar bakstenen voegen; bij elkaar brengen; bijeen zetten; bijeenbrengen; bijeenkrijgen; bijeenzamelen; concentreren; koppelen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; paren; samenbrengen; samendoen; sparen; verbinden; verenigen; vergaren; verzamelen; voegen