Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afbouwen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afbouwen (Nederlands) in het Spaans

afbouwen:

afbouwen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afbouwen
    la terminación; la finalización

Vertaal Matrix voor afbouwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
finalización afbouwen afhaken; beëindiging; completering; conclusie; einde; eindigen; kappen; ophouden; slot; slotbeschouwing; sluiting; staken; uitscheiden; voltooiing
terminación afbouwen afwerking; completering; conclusie; einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; meet; slotbeschouwing; volbrenging; voltooiing