Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afknijpen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afknijpen (Nederlands) in het Spaans

afknijpen:

afknijpen werkwoord (knijp af, knijpt af, kneep af, knepen af, afgeknepen)

  1. afknijpen (afklemmen)
    apretar; ceñir; estreñir
  2. afknijpen (afknellen; afklemmen)
    apretar

Conjugations for afknijpen:

o.t.t.
  1. knijp af
  2. knijpt af
  3. knijpt af
  4. knijpen af
  5. knijpen af
  6. knijpen af
o.v.t.
  1. kneep af
  2. kneep af
  3. kneep af
  4. knepen af
  5. knepen af
  6. knepen af
v.t.t.
  1. heb afgeknepen
  2. hebt afgeknepen
  3. heeft afgeknepen
  4. hebben afgeknepen
  5. hebben afgeknepen
  6. hebben afgeknepen
v.v.t.
  1. had afgeknepen
  2. had afgeknepen
  3. had afgeknepen
  4. hadden afgeknepen
  5. hadden afgeknepen
  6. hadden afgeknepen
o.t.t.t.
  1. zal afknijpen
  2. zult afknijpen
  3. zal afknijpen
  4. zullen afknijpen
  5. zullen afknijpen
  6. zullen afknijpen
o.v.t.t.
  1. zou afknijpen
  2. zou afknijpen
  3. zou afknijpen
  4. zouden afknijpen
  5. zouden afknijpen
  6. zouden afknijpen
diversen
  1. knijp af!
  2. knijpt af!
  3. afgeknepen
  4. afknijpende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afknijpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apretar afklemmen; afknijpen aanschroeven; vastschroeven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apretar afklemmen; afknellen; afknijpen aandrukken; bedenken; comprimeren; drukken; fantaseren; indrukken; induwen; ineen duwen; knellen; met gespannen voorwerp omsluiten; nijpen; omspannen; overspannen; persen; proppen; samenballen; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; uitdenken; vastdrukken; vastknijpen; verdichten; verzinnen; voorwenden
ceñir afklemmen; afknijpen insluiten; met gespannen voorwerp omsluiten; omsingelen; omsluiten; omspannen; omvatten; overspannen
estreñir afklemmen; afknijpen halt houden; stoppen; tot constipatie leiden