Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afreageren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afreageren (Nederlands) in het Spaans

afreageren:

afreageren werkwoord (reageer af, reageert af, reageerde af, reageerden af, afgereageerd)

  1. afreageren (luchten)
    desahogar

Conjugations for afreageren:

o.t.t.
  1. reageer af
  2. reageert af
  3. reageert af
  4. reageren af
  5. reageren af
  6. reageren af
o.v.t.
  1. reageerde af
  2. reageerde af
  3. reageerde af
  4. reageerden af
  5. reageerden af
  6. reageerden af
v.t.t.
  1. heb afgereageerd
  2. hebt afgereageerd
  3. heeft afgereageerd
  4. hebben afgereageerd
  5. hebben afgereageerd
  6. hebben afgereageerd
v.v.t.
  1. had afgereageerd
  2. had afgereageerd
  3. had afgereageerd
  4. hadden afgereageerd
  5. hadden afgereageerd
  6. hadden afgereageerd
o.t.t.t.
  1. zal afreageren
  2. zult afreageren
  3. zal afreageren
  4. zullen afreageren
  5. zullen afreageren
  6. zullen afreageren
o.v.t.t.
  1. zou afreageren
  2. zou afreageren
  3. zou afreageren
  4. zouden afreageren
  5. zouden afreageren
  6. zouden afreageren
diversen
  1. reageer af!
  2. reageert af!
  3. afgereageerd
  4. afreagerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afreageren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desahogar ontlasting; van een last ontdoen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desahogar afreageren; luchten ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; opluchten; vrijstellen

Wiktionary: afreageren

afreageren
verb
  1. de hersenen ontdoen van woede