Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afzienbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afzienbaar (Nederlands) in het Spaans

afzienbaar:

afzienbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. afzienbaar
    en breve; dentro de poco

Vertaal Matrix voor afzienbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dentro de poco afzienbaar alras; binnenkort; dra; eerstdaags; gauw; rap; snel; spoedig; vlot; vlug; weldra
en breve afzienbaar binnenkort; directe; eenvoudigweg; in het kort; kortom; kortweg; later; rap; snel; straks; vlot; vlug; weldra; zometeen

Verwante woorden van "afzienbaar":

  • afzienbare