Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. beplanting:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beplanting (Nederlands) in het Spaans

beplanting:

beplanting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de beplanting (planten; poten; aanplant)
    la vegetación; la plantación; el cultivo

Vertaal Matrix voor beplanting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivo aanplant; beplanting; planten; poten aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; aanplanten; aanplanting; bouwsel; bouwwerk; culture; cultuur; doen voorttelen; fok; fokken; fokkerij; gebouw; gebroed; gespuis; gewas; kweek; kweken; pand; plant; plantage; planten; reproductie; teelgewas; teelt; telen; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting
plantación aanplant; beplanting; planten; poten aankweken; aanplant; aanplanten; gewas; in potten doen; planten; potten; vegetatie
vegetación aanplant; beplanting; planten; poten aanplant; begroeiing; gewas; planten; teelgewas; vegetatie