Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. beroven van:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beroven van (Nederlands) in het Spaans

beroven van:

beroven van werkwoord (beroof van, berooft van, beroofde van, beroofden van, beroofd van)

  1. beroven van (ontnemen; depriveren; te kort doen)
    llevarse; privar de; quitar; robar; privar; llevar; remover

Conjugations for beroven van:

o.t.t.
  1. beroof van
  2. berooft van
  3. berooft van
  4. beroven van
  5. beroven van
  6. beroven van
o.v.t.
  1. beroofde van
  2. beroofde van
  3. beroofde van
  4. beroofden van
  5. beroofden van
  6. beroofden van
v.t.t.
  1. heb beroofd van
  2. hebt beroofd van
  3. heeft beroofd van
  4. hebben beroofd van
  5. hebben beroofd van
  6. hebben beroofd van
v.v.t.
  1. had beroofd van
  2. had beroofd van
  3. had beroofd van
  4. hadden beroofd van
  5. hadden beroofd van
  6. hadden beroofd van
o.t.t.t.
  1. zal beroven van
  2. zult beroven van
  3. zal beroven van
  4. zullen beroven van
  5. zullen beroven van
  6. zullen beroven van
o.v.t.t.
  1. zou beroven van
  2. zou beroven van
  3. zou beroven van
  4. zouden beroven van
  5. zouden beroven van
  6. zouden beroven van
diversen
  1. beroof van!
  2. berooft van!
  3. beroofd van
  4. berovend van
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor beroven van:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
llevar wegdragen
llevarse wegleiden
privar de ontnemen
quitar afzetten; amputatie; amputeren; ontnemen; verwijderen; wegnemen
robar stelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
llevar beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen aan hebben; aanleveren; aanvoeren; afgeven; afleveren; bestellen; bevel voeren over; bezorgen; brengen; commanderen; dragen; gebukt gaan onder; leiden; leidinggeven; leveren; overhandigen; terugbezorgen; thuisbezorgen; toeleveren; torsen
llevarse beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen achteruitgaan; afnemen; afvoeren; declineren; meedragen; minder worden; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren
privar beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen beroven; ontzetten; roven; uit de macht ontzetten
privar de beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen beroven; ontstelen; roven
quitar beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen afhelpen; afnemen; afvegen; afwissen; afzonderen; beroven; bevrijden van; ecarteren; erafhalen; leegplunderen; lichten; loshalen; naar buiten halen; ontstelen; plunderen; reinigen; roven; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitnemen; uitplunderen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegsnijden; wegwerken; zuiveren
remover beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen achteruitgaan; afnemen; beroeren; bewegen; declineren; door elkaar schudden; husselen; hutselen; in beweging brengen; minder worden; omwoelen; rondroeren; verhuizen; verkassen
robar beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen achterhouden; achteroverdrukken; achteruitgaan; afbedelen; afnemen; afpakken; aftroggelen; benemen; beroven; bestelen; bietsen; declineren; gappen; grissen; inpikken; jatten; kapen; ladelichten; leegplunderen; leegstelen; minder worden; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; uitplunderen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken

Verwante vertalingen van beroven van