Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. beunhaas:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beunhaas (Nederlands) in het Spaans

beunhaas:

beunhaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de beunhaas (koekenbakker)
    el chapucero
  2. de beunhaas (prutser; knoeier)
    el chapucero; el manitas; el curandero; el matasanos; el charlatán

Vertaal Matrix voor beunhaas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chapucero beunhaas; knoeier; koekenbakker; prutser broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; klooi; klusjesman; knoeier; knoeipot; koekenbakker; koekhakker; morser; roffelaar; rommelaar; scharrelaar
charlatán beunhaas; knoeier; prutser babbelaar; bluffer; charlatan; dikdoener; hannes; hol vat; keutelaar; klep; kletser; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwakzalver; kwebbel; leeg vat; leuteraar; leuterkous; opschepper; opscheppers; ouwehoer; pocher; praatjesmakers; rommelaar; sijsjeslijmer; slak; snoever; snoevers; standwerker; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; windbuil; windbuilen; wonderdokter; zwammer; zwamneus; zwetser
curandero beunhaas; knoeier; prutser charlatan; kruidendokter; kwakzalver; medicijnman; rommelaar; toverdokter; wonderdokter
manitas beunhaas; knoeier; prutser rommelaar
matasanos beunhaas; knoeier; prutser charlatan; kwakzalver; rommelaar; wonderdokter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chapucero onopgeruimd; slordig

Verwante woorden van "beunhaas":

  • beunhazen