Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. binnenstormen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor binnenstormen (Nederlands) in het Spaans

binnenstormen:

binnenstormen werkwoord (storm binnen, stormt binnen, stormde binnen, stormden binnen, binnengestormd)

  1. binnenstormen (binnenvliegen)
    entrar; irrumpir en

Conjugations for binnenstormen:

o.t.t.
  1. storm binnen
  2. stormt binnen
  3. stormt binnen
  4. stormen binnen
  5. stormen binnen
  6. stormen binnen
o.v.t.
  1. stormde binnen
  2. stormde binnen
  3. stormde binnen
  4. stormden binnen
  5. stormden binnen
  6. stormden binnen
v.t.t.
  1. ben binnengestormd
  2. bent binnengestormd
  3. is binnengestormd
  4. zijn binnengestormd
  5. zijn binnengestormd
  6. zijn binnengestormd
v.v.t.
  1. was binnengestormd
  2. was binnengestormd
  3. was binnengestormd
  4. waren binnengestormd
  5. waren binnengestormd
  6. waren binnengestormd
o.t.t.t.
  1. zal binnenstormen
  2. zult binnenstormen
  3. zal binnenstormen
  4. zullen binnenstormen
  5. zullen binnenstormen
  6. zullen binnenstormen
o.v.t.t.
  1. zou binnenstormen
  2. zou binnenstormen
  3. zou binnenstormen
  4. zouden binnenstormen
  5. zouden binnenstormen
  6. zouden binnenstormen
diversen
  1. storm binnen!
  2. stormt binnen!
  3. binnengestormd
  4. binnestormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor binnenstormen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entrar binnengaan
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entrar binnenstormen; binnenvliegen aankomen; aantreden; arriveren; betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenrijden; binnenstappen; binnentreden; doen in; doordringen; inbrengen; indoen; ingaan; inrijden; instoppen; penetreren; toetreden; zich toegang verschaffen
irrumpir en binnenstormen; binnenvliegen