Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bladderen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bladderen (Nederlands) in het Spaans

bladderen:

bladderen werkwoord (bladder, bladdert, bladderde, bladderden, gebladderd)

  1. bladderen

Conjugations for bladderen:

o.t.t.
  1. bladder
  2. bladdert
  3. bladdert
  4. bladderen
  5. bladderen
  6. bladderen
o.v.t.
  1. bladderde
  2. bladderde
  3. bladderde
  4. bladderden
  5. bladderden
  6. bladderden
v.t.t.
  1. heb gebladderd
  2. hebt gebladderd
  3. heeft gebladderd
  4. hebben gebladderd
  5. hebben gebladderd
  6. hebben gebladderd
v.v.t.
  1. had gebladderd
  2. had gebladderd
  3. had gebladderd
  4. hadden gebladderd
  5. hadden gebladderd
  6. hadden gebladderd
o.t.t.t.
  1. zal bladderen
  2. zult bladderen
  3. zal bladderen
  4. zullen bladderen
  5. zullen bladderen
  6. zullen bladderen
o.v.t.t.
  1. zou bladderen
  2. zou bladderen
  3. zou bladderen
  4. zouden bladderen
  5. zouden bladderen
  6. zouden bladderen
en verder
  1. ben gebladderd
  2. bent gebladderd
  3. is gebladderd
  4. zijn gebladderd
  5. zijn gebladderd
  6. zijn gebladderd
diversen
  1. bladder!
  2. bladdert!
  3. gebladderd
  4. bladderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bladderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desconcharse schilferen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desconcharse bladderen afbladderen; afschilferen; schilferen