Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwsector (Nederlands) in het Spaans

bouwsector:

bouwsector [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bouwsector (bouw)
    la construcción; el sector de la construcción; el ramo de la construcción

Vertaal Matrix voor bouwsector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
construcción bouw; bouwsector aanleggen; assemblage; assembleren; bouw; bouwsel; bouwwerk; combinatie; constructie; fabricage; gebouw; montage; opbouw; opbouwen; ordening; organisatie; pand; samengesteld geheel; samenstelling; samenvoeging; structuur; systeem
ramo de la construcción bouw; bouwsector
sector de la construcción bouw; bouwsector

Verwante woorden van "bouwsector":

  • bouwsectoren, bouwsectors