Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bouwval:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwval (Nederlands) in het Spaans

bouwval:

bouwval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bouwval (ruïne)
    la ruina
    • ruina [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bouwval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ruina bouwval; ruïne annuleren; annulering; bende; chaos; debacle; heksenketel; ineenstorting; ineenzakking; instorting; inzakking; keet; nietigverklaring; ondergang; ongeldig verklaren; puinhoop; puinzooi; regelloosheid; rommel; rotzooi; teloorgang; tenietdoening; tenondergang; troep; val; wanorde; wanordelijkheid; zooi; zootje

Verwante woorden van "bouwval":


Wiktionary: bouwval

bouwval
noun
  1. overblijfsel van een gebouw.

Cross Translation:
FromToVia
bouwval ruina ruinedépérissement, destruction d’un bâtiment.