Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. buitenhuis:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buitenhuis (Nederlands) in het Spaans

buitenhuis:

buitenhuis [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het buitenhuis (landhuis; buitenverblijf)
    la residencia campestre; la quinta; la casa de campo; la finca; el chalet; el chalé

Vertaal Matrix voor buitenhuis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casa de campo buitenhuis; buitenverblijf; landhuis riddergoed; villa; villapark
chalet buitenhuis; buitenverblijf; landhuis riddergoed; villa; villapark
chalé buitenhuis; buitenverblijf; landhuis bungalow; riddergoed
finca buitenhuis; buitenverblijf; landhuis boerderij; boerenerf; boerenhoeve; boerenhofstede; bouwsel; bouwterrein; bouwwerk; erf; gebied; gebouw; heem; hoeve; hof; kavel; pand; perceel; terrein
quinta buitenhuis; buitenverblijf; landhuis boerderij; boerenhoeve; boerenhofstede; hoeve; kwint; vijfde
residencia campestre buitenhuis; buitenverblijf; landhuis

Verwante woorden van "buitenhuis":

  • buitenhuizen