Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. buitenspeler:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buitenspeler (Nederlands) in het Spaans

buitenspeler:

buitenspeler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de buitenspeler (speler buitenshuis)
    el extremo
    • extremo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de buitenspeler (vleugelspeler; spits; rechtsbuiten; linksbuiten; flankspeler)
    el jugador de fuera; el delantero izquierda

Vertaal Matrix voor buitenspeler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delantero izquierda buitenspeler; flankspeler; linksbuiten; rechtsbuiten; spits; vleugelspeler
extremo buitenspeler; speler buitenshuis eindpunt; grens; lagereind; licht bier; limiet; pils; rand; uiteinde; uiterste; ultra; zoom
jugador de fuera buitenspeler; flankspeler; linksbuiten; rechtsbuiten; spits; vleugelspeler
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
extremo eindpunt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extremo bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; enorm; excessief; extravagant; extreem; godgeklaagd; heel erg; hemeltergend; hogelijk; mateloos; ontiegelijk; overmatig; schandalig; schandelijk; schromelijk; ten hemel schreiend; ten zeerste; tomeloos; uitermate; uiterst; ultra; verfoeilijk; week; zeer; zeer ergerlijk; zeerste; zwak

Verwante woorden van "buitenspeler":