Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. chips:
  2. chip:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chips (Nederlands) in het Spaans

chips:

chips [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de chips
    la patatas fritas

Vertaal Matrix voor chips:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
patatas fritas chips friet; frites; patat

Verwante woorden van "chips":


Wiktionary: chips


Cross Translation:
FromToVia
chips papas fritas chips — Thin-sliced and deep-fried potatoes sold in sealed bags; potato chips, nacho chips, etc.

chip:

chip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de chip
    el chip
    • chip [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chip chip

Verwante woorden van "chip":


Wiktionary: chip

chip
noun
  1. een klein stukje halfgeleiderkristal waarop geïntegreerde circuits zijn aangebracht