Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cipier (Nederlands) in het Spaans

cipier:

cipier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de cipier (gevangenisbewaarder; gevangenbewaarder)
    el guardián; el guardián de cárcel; el carcelero
  2. de cipier (bewaker; wacht; gevangenbewaarder)
    la portezuela; el vigilante; el guardián; el carcelero; el guardia; la guarda; el portero; el conserje; el centinela

Vertaal Matrix voor cipier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carcelero bewaker; cipier; gevangenbewaarder; gevangenisbewaarder; wacht kastelein; kroeghouder; persoon die op wacht staat; wachter
centinela bewaker; cipier; gevangenbewaarder; wacht intendant; kwartiermaker; kwartiermeester; persoon die op wacht staat; schildwacht; wacht; wachter; wachtpost
conserje bewaker; cipier; gevangenbewaarder; wacht amanuensis; bewaarder; bewaker; butler; conciërge; conservator; deurwachter; herenknecht; hospes; huisbaas; huisbewaarder; huisheer; huisknecht; huismeester; huurbaas; kamerbediende; kamerdienaar; kamerverhuurder; portier; schoolbewaarder; suppoost; wacht
guarda bewaker; cipier; gevangenbewaarder; wacht bewaker; dekblad; deurwachter; die wakker is; op wacht staan; poortwachter; portier; schildwacht; schutblad; suppoost; waak; wacht; wachter; wake; wakker
guardia bewaker; cipier; gevangenbewaarder; wacht agent; bewaker; deurwachter; diender; garde; gerechtsdienaar; inspecteurs; konstabel; op wacht staan; opzichters; opzieners; ordebewaarder; persoon die op wacht staat; politieagent; portier; schildwacht; suppoost; surveillanten; toezichthouders; waak; wacht; wachten; wachter; wake
guardián bewaker; cipier; gevangenbewaarder; gevangenisbewaarder; wacht bewaker; deurwachter; op wacht staan; portier; slotbewaarder; suppoost; waak; wacht; wake; watchdog; watchdog-driver; watchdog-timer
guardián de cárcel cipier; gevangenbewaarder; gevangenisbewaarder
portero bewaker; cipier; gevangenbewaarder; wacht bewaker; conciërge; deurwachter; doelman; doelverdediger; huisbewaarder; huismeester; keeper; poortwachter; portier; schoolbewaarder; suppoost; wacht
portezuela bewaker; cipier; gevangenbewaarder; wacht huisbewaarder; huismeester; klaphek; valhek
vigilante bewaker; cipier; gevangenbewaarder; wacht bewaker; buurtwacht; deurwachter; inspiciënt; poortwachter; portier; schildwacht; suppoost; wacht; wachter; waker; wakker persoon; zaalwachter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vigilante alert; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; hoede; omzichtig; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend

Verwante woorden van "cipier":

  • cipiers

Wiktionary: cipier

cipier
noun
  1. een gevangenbewaarder