Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor confereren (Nederlands) in het Spaans

confereren:

confereren werkwoord (confereer, confereert, confereerde, confereerden, geconfereerd)

  1. confereren (een conferentie houden)

Conjugations for confereren:

o.t.t.
  1. confereer
  2. confereert
  3. confereert
  4. confereren
  5. confereren
  6. confereren
o.v.t.
  1. confereerde
  2. confereerde
  3. confereerde
  4. confereerden
  5. confereerden
  6. confereerden
v.t.t.
  1. heb geconfereerd
  2. hebt geconfereerd
  3. heeft geconfereerd
  4. hebben geconfereerd
  5. hebben geconfereerd
  6. hebben geconfereerd
v.v.t.
  1. had geconfereerd
  2. had geconfereerd
  3. had geconfereerd
  4. hadden geconfereerd
  5. hadden geconfereerd
  6. hadden geconfereerd
o.t.t.t.
  1. zal confereren
  2. zult confereren
  3. zal confereren
  4. zullen confereren
  5. zullen confereren
  6. zullen confereren
o.v.t.t.
  1. zou confereren
  2. zou confereren
  3. zou confereren
  4. zouden confereren
  5. zouden confereren
  6. zouden confereren
diversen
  1. confereer!
  2. confereert!
  3. geconfereerd
  4. confererend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor confereren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
celebrar una conferencia confereren; een conferentie houden
conferenciar confereren; een conferentie houden beraadslagen; in bespreking zijn; overleggen; overwegen; vergaderen
reunirse en conferencia confereren; een conferentie houden