Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. dijkbreuk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dijkbreuk (Nederlands) in het Spaans

dijkbreuk:

dijkbreuk [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de dijkbreuk
    la ruptura; la innovación; la rotura de un dique; el gran paso adelante

Vertaal Matrix voor dijkbreuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gran paso adelante dijkbreuk
innovación dijkbreuk hernieuwing; hervorming; innovatie; prolongatie; reformatie; reformatie van de r.-k. kerk; renovatie; vernieuwing
rotura de un dique dijkbreuk dijkdoorbraak
ruptura dijkbreuk barst; breken; breuk; deel; doorbraak; doorbreken; doorbreking; fractie; gedeelte; interruptie; krak; onderbreking; openscheuring; part; ruptuur; scheur; scheuring; stuk; verbreking

Verwante woorden van "dijkbreuk":

  • dijkbreuken