Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. dineren:
  2. diner:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dineren (Nederlands) in het Spaans

dineren:

dineren werkwoord (dineer, dineert, dineerde, dineerden, gedineerd)

  1. dineren (uitgebreid eten; tafelen)
    cenar; comer; estar a la mesa; tomar

Conjugations for dineren:

o.t.t.
  1. dineer
  2. dineert
  3. dineert
  4. dineren
  5. dineren
  6. dineren
o.v.t.
  1. dineerde
  2. dineerde
  3. dineerde
  4. dineerden
  5. dineerden
  6. dineerden
v.t.t.
  1. heb gedineerd
  2. hebt gedineerd
  3. heeft gedineerd
  4. hebben gedineerd
  5. hebben gedineerd
  6. hebben gedineerd
v.v.t.
  1. had gedineerd
  2. had gedineerd
  3. had gedineerd
  4. hadden gedineerd
  5. hadden gedineerd
  6. hadden gedineerd
o.t.t.t.
  1. zal dineren
  2. zult dineren
  3. zal dineren
  4. zullen dineren
  5. zullen dineren
  6. zullen dineren
o.v.t.t.
  1. zou dineren
  2. zou dineren
  3. zou dineren
  4. zouden dineren
  5. zouden dineren
  6. zouden dineren
diversen
  1. dineer!
  2. dineert!
  3. gedineerd
  4. dinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dineren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tomar beetnemen; beetpakken; greep; vastpakken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cenar dineren; tafelen; uitgebreid eten consumeren; eten; gebruiken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; schaften; souperen; tot zich nemen; verorberen
comer dineren; tafelen; uitgebreid eten bikken; binnenkrijgen; consumeren; eten; gebruiken; naar binnen werken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opslokken; opvreten; schaften; tot zich nemen; verorberen; verslinden; verzwelgen; vreten; zwelgen
estar a la mesa dineren; tafelen; uitgebreid eten
tomar dineren; tafelen; uitgebreid eten aanpakken; aanvatten; aanwenden; annexeren; belopen; benutten; beroeren; betrappen; betreden; bewandelen; binden; binnenkrijgen; boeien; consumeren; controleren; doorslikken; eten; examineren; gebruik maken van; gebruiken; halen; iemand raken; iemand treffen; inlijven; inslikken; inspecteren; ketenen; keuren; kluisteren; obsederen; opeten; opslokken; opvreten; overnemen; pakken; raken; schouwen; slikken; snappen; te voet afleggen; toepassen; treffen; verbruiken; vreten; zwelgen

Verwante woorden van "dineren":


Wiktionary: dineren

dineren
verb
  1. het diner gebruiken

Cross Translation:
FromToVia
dineren cenar dine — to eat; to eat dinner or supper
dineren almorzar lunch — to eat lunch

dineren vorm van diner:

diner [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het diner (avondeten; avondmaaltijd; avondmaal)
    la cena
    • cena [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het diner (maaltijd; eten; maal)
    la comida; el almuerzo
    • comida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • almuerzo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor diner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
almuerzo diner; eten; maal; maaltijd koffiemaaltijd; lunch; lunchpakket; twaalfuurtje
cena avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner feestdiner; souper
comida diner; eten; maal; maaltijd eetwaren; eten; gerecht; kost; leeftocht; levensmiddelen; proviand; schotel; spijs; spijziging; voeding; voedsel

Verwante woorden van "diner":