Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. doping:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doping (Nederlands) in het Spaans

doping:

doping [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de doping (pepmiddel; pep)
    la marcha; el estimulante; el nervio; el salero
    • marcha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • estimulante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • nervio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • salero [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de doping

Vertaal Matrix voor doping:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estimulante doping; pep; pepmiddel borrel; borreltje; dope; drug; drugs; genotmiddel; hartversterking; narcotica; oorlam; opkikker; opkikkertje; opwekkend middel; stimulerend middel; verdovend middel
marcha doping; pep; pepmiddel actie; beloop; beweging; ceremonie; doorgang; doorloop; gang; gangpad; gebaar; gehaastheid; gezwindheid; haast; haastigheid; heengaan; ijl; lichaamsbeweging; omhaal; opmars; optocht; overijling; passage; plechtigheid; plichtpleging; processie; protestbijeenkomst; publieke betoging; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; ronde; schielijkheid; snelheid; spoed; staatsie; stoet; tempo; tournee; vaart; vertrekken; vliegreis; vliegtocht; vlotheid; vlucht; vlugheid; voortgang; wandelsport
nervio doping; pep; pepmiddel ader; draad; elektrische geleiding; garen; geleiding; nerf; rijgsnoer; zenuw
salero doping; pep; pepmiddel zoutstrooier; zoutvaatje
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dopaje doping
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estimulante aanmoedigend; aansporend; animerend; bezielend; inspirerend; opbeurend; opvrolijkend; opwekkend; stimulerend; suggestief

Wiktionary: doping

doping
noun
  1. stimulerende (genees)middelen

Cross Translation:
FromToVia
doping dopaje DopingSport: Anwendung unerlaubter Substanzen zur Leistungssteigerung