Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. dreun:
  2. dreunen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dreun (Nederlands) in het Spaans

dreun:

dreun [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dreun (smak; klap; knal; kwak)
    el golpe; el choque
    • golpe [el ~] zelfstandig naamwoord
    • choque [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de dreun (vuistslag; slag; opdonder; uithaal)
    el puñetazo
  3. de dreun (toegebrachte klap; jens; klap; )
    la patada; el golpe; la palmada; la baza; el combate
    • patada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • golpe [el ~] zelfstandig naamwoord
    • palmada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • baza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • combate [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dreun:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baza dreun; jens; klap; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap klap; klop; lel; mep; slag; strijd; tik; toegebrachte klap; veldslag
choque dreun; klap; knal; kwak; smak aanrijding; aanvaring; bons; botsing; collisie; doorstoot; geschok; geschud; gestoot; hort; opeen knallen; pof; schok; schokkende beweging; shock; stoot
combate dreun; jens; klap; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap concours; gevecht; handgemeen; kamp; kloppartij; knokpartij; matpartij; oorlog; partij; pot; slag; strijd; strijden; vechtpartij; veldslag; wedstrijd; worsteling
golpe dreun; jens; klap; knal; kwak; lel; mep; smak; tik; toegebrachte klap bonk; bonkend geluid; bons; gevaarte; harde slag; hengst; hoek; hoekstoot; hort; joekel; kanjer; klap; klapje; klets; kletspraat; klont; klonter; klop; knaap; knak; knik; knoert; kokker; kokkerd; lel; loei; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; pof; quatsch; schar; schok; schokkende beweging; slag; stoot; strijd; tik; toegebrachte klap; veldslag
palmada dreun; jens; klap; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap handbreedte; handslag; klapje
patada dreun; jens; klap; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap klap; klop; lel; mep; schop; tik; toegebrachte klap; trap; voetbeweging
puñetazo dreun; opdonder; slag; uithaal; vuistslag hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
choque botsing

Verwante woorden van "dreun":


Wiktionary: dreun


Cross Translation:
FromToVia
dreun golpear; golpe belt — powerful blow
dreun retumbo roll — a heavy, reverberatory sound

dreunen:

dreunen werkwoord (dreun, dreunt, dreunde, dreunden, gedreund)

  1. dreunen (denderen; daveren)
    resonar; retumbar; retronar

Conjugations for dreunen:

o.t.t.
  1. dreun
  2. dreunt
  3. dreunt
  4. dreunen
  5. dreunen
  6. dreunen
o.v.t.
  1. dreunde
  2. dreunde
  3. dreunde
  4. dreunden
  5. dreunden
  6. dreunden
v.t.t.
  1. heb gedreund
  2. hebt gedreund
  3. heeft gedreund
  4. hebben gedreund
  5. hebben gedreund
  6. hebben gedreund
v.v.t.
  1. had gedreund
  2. had gedreund
  3. had gedreund
  4. hadden gedreund
  5. hadden gedreund
  6. hadden gedreund
o.t.t.t.
  1. zal dreunen
  2. zult dreunen
  3. zal dreunen
  4. zullen dreunen
  5. zullen dreunen
  6. zullen dreunen
o.v.t.t.
  1. zou dreunen
  2. zou dreunen
  3. zou dreunen
  4. zouden dreunen
  5. zouden dreunen
  6. zouden dreunen
diversen
  1. dreun!
  2. dreunt!
  3. gedreund
  4. dreunend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dreunen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dreunen (bonzen)
    el golpes; el zumbidos; el topetazos; el estruendos
  2. het dreunen (daveren; denderen)
    el rimbombar; el resonar; el retumbar

Vertaal Matrix voor dreunen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estruendos bonzen; dreunen
golpes bonzen; dreunen horten; klappen; knallen; opdoffers; opdonders; opduvels; oplawaaien; schokken; smakken; tegenslagen
resonar daveren; denderen; dreunen
retumbar daveren; denderen; dreunen
rimbombar daveren; denderen; dreunen gedreun
topetazos bonzen; dreunen
zumbidos bonzen; dreunen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resonar daveren; denderen; dreunen de bal terugkaatsen; druisen; druist in tegen; echoën; galmen; herhalen; inklinken; met gelijke munt terugbetalen; met krachtige stem zingen; nabouwen; naklinken; napraten; nazeggen; resoneren; schallen; vergelden; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen
retronar daveren; denderen; dreunen
retumbar daveren; denderen; dreunen de bal terugkaatsen; echoën; galmen; met gelijke munt terugbetalen; met krachtige stem zingen; naklinken; sakkeren; vergelden; weerklinken

Verwante woorden van "dreunen":


Wiktionary: dreunen


Cross Translation:
FromToVia
dreunen retumbar boom — to speak with low pitch