Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. drukken op:
  2. opdrukken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor drukken op (Nederlands) in het Spaans

drukken op:

drukken op werkwoord (druk op, drukt op, drukte op, drukten op, gedrukt op)

  1. drukken op

Conjugations for drukken op:

o.t.t.
  1. druk op
  2. drukt op
  3. drukt op
  4. drukken op
  5. drukken op
  6. drukken op
o.v.t.
  1. drukte op
  2. drukte op
  3. drukte op
  4. drukten op
  5. drukten op
  6. drukten op
v.t.t.
  1. heb gedrukt op
  2. hebt gedrukt op
  3. heeft gedrukt op
  4. hebben gedrukt op
  5. hebben gedrukt op
  6. hebben gedrukt op
v.v.t.
  1. had gedrukt op
  2. had gedrukt op
  3. had gedrukt op
  4. hadden gedrukt op
  5. hadden gedrukt op
  6. hadden gedrukt op
o.t.t.t.
  1. zal drukken op
  2. zult drukken op
  3. zal drukken op
  4. zullen drukken op
  5. zullen drukken op
  6. zullen drukken op
o.v.t.t.
  1. zou drukken op
  2. zou drukken op
  3. zou drukken op
  4. zouden drukken op
  5. zouden drukken op
  6. zouden drukken op
diversen
  1. druk op!
  2. drukt op!
  3. gedrukt op
  4. drukkend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor drukken op:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargar sobre drukken op

drukken op vorm van opdrukken:

opdrukken werkwoord (druk op, drukt op, drukte op, drukten op, opgedrukt)

  1. opdrukken (bedrukken; overdrukken)
    estampar

Conjugations for opdrukken:

o.t.t.
  1. druk op
  2. drukt op
  3. drukt op
  4. drukken op
  5. drukken op
  6. drukken op
o.v.t.
  1. drukte op
  2. drukte op
  3. drukte op
  4. drukten op
  5. drukten op
  6. drukten op
v.t.t.
  1. heb opgedrukt
  2. hebt opgedrukt
  3. heeft opgedrukt
  4. hebben opgedrukt
  5. hebben opgedrukt
  6. hebben opgedrukt
v.v.t.
  1. had opgedrukt
  2. had opgedrukt
  3. had opgedrukt
  4. hadden opgedrukt
  5. hadden opgedrukt
  6. hadden opgedrukt
o.t.t.t.
  1. zal opdrukken
  2. zult opdrukken
  3. zal opdrukken
  4. zullen opdrukken
  5. zullen opdrukken
  6. zullen opdrukken
o.v.t.t.
  1. zou opdrukken
  2. zou opdrukken
  3. zou opdrukken
  4. zouden opdrukken
  5. zouden opdrukken
  6. zouden opdrukken
en verder
  1. ben opgedrukt
  2. bent opgedrukt
  3. is opgedrukt
  4. zijn opgedrukt
  5. zijn opgedrukt
  6. zijn opgedrukt
diversen
  1. druk op!
  2. drukt op!
  3. opgedrukt
  4. opdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opdrukken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estampar bedrukken; opdrukken; overdrukken

Verwante woorden van "opdrukken":


Verwante vertalingen van drukken op