Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. duel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor duel (Nederlands) in het Spaans

duel:

duel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het duel (tweegevecht; tweekamp; kamp)
    el duelo; el desafío
    • duelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • desafío [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor duel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desafío duel; kamp; tweegevecht; tweekamp besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; uitdaging; weifeling
duelo duel; kamp; tweegevecht; tweekamp besluiteloosheid; chagrijn; droefenis; ergernis; leed; pijn; treurnis; tweestrijd; twijfel; verdriet; weifeling

Verwante woorden van "duel":

  • duellen, duels

Wiktionary: duel

duel
noun
  1. een gevecht tussen twee personen, gewoonlijk onder bepaalde regels

Cross Translation:
FromToVia
duel duelo duel — combat between two persons
duel duelo duel — struggle between two parties
duel duelo Duell — ein meist nach zuvor festgelegten Regeln ausgetragener Zweikampf mit Waffen