Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eens (Nederlands) in het Spaans

eens:

eens bijwoord

  1. eens (op een keer; een keer)
    una vez; alguna vez; en algún momento; algún día; un día

Vertaal Matrix voor eens:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ooit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alguna vez een keer; eens; op een keer af en toe; eenmaal; incidenteel; nu en dan; soms; weleens
algún día een keer; eens; op een keer eenmaal
en algún momento een keer; eens; op een keer
un día een keer; eens; op een keer
una vez een keer; eens; op een keer eenmaal

Synoniemen voor "eens":


Antoniemen van "eens":


Verwante definities voor "eens":

  1. dezelfde mening hebben1
    • we zijn het weer eens met elkaar1
  2. het goed vinden, ermee akkoord gaan1
    • ik ben het er niet mee eens1
  3. nog één keer1
    • deze ruimte is eens zo groot als de vorige1
  4. op een keer1
    • eens komt er een eind aan1

Wiktionary: eens


Cross Translation:
FromToVia
eens anteriormente; antiguamente once — formerly
eens un one — of a period of time
eens estar; acorde; acuerdo; ponerse; sobre; de einig — einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich

Verwante vertalingen van eens