Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. fanaticus:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fanaticus (Nederlands) in het Spaans

fanaticus:

fanaticus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de fanaticus (fanaat; fanatiekeling)
    el fanático; el exaltado; el idólatra; el maniático; el activista
  2. de fanaticus (ijveraar; zeloot; fanaat)
    el fanático

Vertaal Matrix voor fanaticus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activista fanaat; fanaticus; fanatiekeling actievoerder; activist; bepleiter; demonstrant; demonstrante; dweper; fanaat; ijveraar; voorvechter; zeloot
exaltado fanaat; fanaticus; fanatiekeling
fanático fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; zeloot aanhouder; doordrammer; dweper; fanaat; freak; haarklover; ijveraar; kwezel; maniak; mierenneuker; muggenzifter; scherpslijper; zeloot
idólatra fanaat; fanaticus; fanatiekeling dweper; fanaat; zeloot
maniático fanaat; fanaticus; fanatiekeling dweper; fanaat; freak; ijveraar; maniak; scherpslijper; vakidioot; zeloot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exaltado aan stress lijdend; aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; dweepziek; dweperig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gestresst; gewichtig; hooggeplaatst; hooggespannen; hooggestemd; hoogverheven; illuster; overspannen; overwerkt; plechtig; plechtstatig; statig; verheven; voornaam; waardig; zeer plechtig
fanático bezeten; bezetene; dweepziek; dweperig; fanatiek; fanatieke
idólatra afgodsdienstig; gek van; verzot op
maniático maniakaal